42 2 3. Gebouwen. Eerste Gymnasium. wegens zijne benoeming tot Wethouder van Onderwijs het secretariaat van het College moest neerleggen, werd als secretaris aangewezen de heer Ir. J. F. Ligtenberg. In de vergadering van den Gemeenteraad van 16 Juli 1923 werden eenige wijzigingen vastgesteld in artikel 3 der Verordening No. 28 van 1922. In zijne vergaderingen van 11 Juni en 27 Augustus 1923 stelde de Raad nieuwe verordeningen vast, regelende de heffing en de invordering van het schoolgeld van leerlingen van de Gymnasia en van eenige scholen van Middelbaar Onderwijs te ’s-Gravenhage. Deze beide verordeningen wer den goedgekeurd bij K.B. van 29 September 1923, No. 50 en afgekondigd den 2en Februari 1924 als verordeningen 1924, Nos. 3 en 4. Aan de verordening No. 3 van 1924 werd in de Raads zitting van 27 December 1923 een artikel 14a toegevoegd, waarop de Koninklijke goedkeuring werd aangevraagd. In dezelfde Raadszitting werd een artikel 15a toegevoegd aan de Verordening No. 28 van 1922. 2. De wet tot regeling van het Hooger Onderwijs, organieke verordeningen, reglementen, instruction, enz. De in het verslag over het jaar 1922 als gewenscht ge noemde verbeteringen zijn in de benedengang tot stand gekomen. In het einde van 1923 is men begonnen de urinoirs op alle gangen te veranderen door in plaats van de ijzeren bakken, steenen bakken met waterspoeling aan te brengen. Dit mag eene groote verbetering genoemd worden. In het begin van de Kerstvacantie heeft men een begin gemaakt met het verven van de lokalen der 2e verdieping; in overleg met den heer Merema, leeraar voor het teekenen, is hiervoor eene rustige kleurencombinatie gekozen. Ten aanzien van de Aula zijn door Burgemeester en Wethouders nadere bepalingen gemaakt met het oog op brandgevaar. In den meisjestuin werd, in verband met het gesloten zijn van het groote hek tijdens de schooluren, een bestraat looppad aangebracht. VERSLAG GYMNASIA.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 950