A. Bijlage 43 VERSLAG omtrent den toestand van het Openbaar en het Bijzonder Middelbaar Onderwijs in de Gemeente ’s-Gravenhage over het jaar 1923, uitgebracht door de Sub-Commissiën A en B van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs te ’s-Gravenhage. De Sub-Commissie onderging in den loop van dit verslag jaar ingrijpende veranderingen, doordat acht leden, die lange jaren hun taak in de Commissie met nauwgezetheid en toewijding betracht hadden, voor hunne functie bedank ten. Hun heengaan is door de overige leden ten zeerste be treurd geworden, daar de afgetredenen door hun bekendheid met onderwijsbelangen en hunne ervaring inzake het werk der Commissie, noode gemist konden worden. In de vergadering van 10 Januari 1923 werd de heer J. C. Jansen als Voorzitter herkozen, terwijl de heeren H. Kem per en G. J. van de Well zich wederom eene benoeming tot Vice-President en Secretaris lieten welgevallen. Op 14 Maart deelde de heer v. d. Well mede, dat hij zich tengevolge van drukke werkzaamheden en in verband met huiselijke omstandigheden, genoodzaakt zag, als lid te be danken. Het ontslag, met dank voor de bewezen diensten, werd verleend in de Gemeenteraadsvergadering van 26 Maart. Nadat het Secretariaat eenige maanden was waargenomen door Jhr. Six, werd in de vergadering van 9 Mei Mevrouw JamesBrandes als Secretares benoemd. In de vacature v. d. Well werd voorzien door de benoe ming op 27 Augustus van den heer Ir. P. H. V. Bongaerts. In onze vergadering van 10 October bereikte ons het be richt, dat de heer Mr. L. E. Visser, wegens drukke werk zaamheden, genoodzaakt was ontslag te nemen. Ook door Verslag over liet jaar 1923 van de Sub-Commissie A van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs te ’s-Gravenhage.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 967