3 39 r 6 VERSLAG OI’ENB. EN BIJZ. MIDDELBAAR ONDERWIJS. 5e. Leermiddelen. De voorraad leermiddelen wordt langzamerhand iets minder onvolledig. Op het gebied van het natuurkundig en teek enonder wijs zijn aanvullingen verkregen. Er blijven echter nog leemten in het leermiddelen-materiaal. Het is gewenscht, dat de inrichting der schoolomgeving in aesthe- tisch opzicht wordt verbeterd; de muren der lokalen en der gangen zijn te kaal; zij dienen 'behangen te worden met enkele goede platen. 6e. Schoolgebouw. Het gebouw biedt geen voldoende ruimte voor de leer lingen der H.B.S. en O.H.S. Twee grootere klassen (Ia en 16) zijn daarom ondergebracht in het gebouw van het vroegere Gymnasium, Westeinde 47. Trots dit bijgebouw, is er in het schoolgebouw aan de Laan nog een tekort aan ruimte. Wat vooral gemist wordt, is een apart schei kundelokaal en een apart plant- en dierkundelokaal. Het gymnastieklokaal is te klein. De berging voor rijwielen is totaal onvoldoende. In het geheel is er plaats voor 90 rijwielen, terwijl de inrichting door ruim 300 leerlingen wordt bezocht. 3e. Leeraren. Met ingang van 1 September 1924 werden uit hunne be trekking van leeraar eervol ontslagen, de heeren: ir. H. Kalshoven en ir. F. A. Kok; beiden hebben hunne betrekking bij het onderwijs verlaten; deze docenten werden vervangen door ir. C. J. H. M. van Zee en D. E. Keus. De heer J. K. de Raaf, die het vorige schooljaar aan deze school was gedetacheerd, behoefde dit jaar geen lessen aan onze school te geven, daar de Duitsche lessen gevoeg lijk door de heeren van Beckum en van der Haar konden worden gegeven. De heer G. de Haas en mej. M. G. Snijders werden met ingang van 1 September 1924 tot vast leeraar(es) onzer school benoemd. De tijdelijke leeraren aan de school: G. J. Brakkee, S. E. ten Cate, G. H. Goethart, J. G. A. van der Haar, Mr. J. O. de Kat, werden allen wederom voor een schooljaar aangesteld. 4e. Onderwijs. In 1924 konden wegens ongesteldheid en huiselijke om standigheden der leeraren 114 lesuren niet worden gegeven. De lesuren der afwezige docenten werden zooveel moge lijk onder de overige verdeeld; in het geheel werden hun 59 buitengewone uren opgedragen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 1014