39
19
VERSLAG OPENB. EN BIJZ. MIDDELBAAR ONDERWIJS.
ningen worden vrijgesteld. Buitendien mochten 5 leerlingen
op medisch advies slechts een deel van dit onderwijs volgen.
Alle andere leerlingen hebben ten minste 1 uur per week
aan openluchtspel of(en) zwemoefeningen deel genomen.
Het feit, dat het speelterrein op 10 minuten afstand van
de school is gelegen, maakte het wederom noodzakelijk,
een groot deel der lessen op de vrije middagen te plaatsen.
De behoefte aan een onmiddellijk aan de school grenzend
terrein deed zich in verband daarmee zeer sterk gevoelen.
Ook het feit, dat het gymnastieklokaal ter beschikking
moest staan, wanneer door ongunstige weers- of bodem
gesteldheid het openluchtspel moest worden afgelast, wat
in het eerste deel van het jaar bijna regel was, evenals
de verwijderde ligging der Bad- en Zweminrichting „De
Regentes”, maakten het noodzakelijk, op de vrije middagen
meer beslag te leggen, dan met de bedoeling dezer vrije
schooltijden is overeen te brengen.
Evenals het vorige jaar vonden de leerlingen, die zulks
wenschten, gelegenheid om alle 14 dagen 1 uur zwemles in
bovengenoemde inrichting te ontvangen. Acht en twintig
leerlingen, waaronder 4 meisjes, die of op medische gron
den of wegens bezwaren der ouders niet aan deze lessen
deelnamen, ontvingen in plaats daarvan een uur zaal-
gymnastiek.
Aan de eerste klassen kon geen gelegenheid tot zwem
lessen worden gegeven, daar het aantal daarvoor geschikte
uren geheel door de hoogere klassen was in beslag genomen.
In ’t geheel werd door 214 leerlingen, waaronder 56
meisjes, aan het zwemonderwijs deelgenomen. Uit de beste
leerlingen werd een polo-club gevormd. In de maand Mei
werd een demonstratie gegeven, waarbij voor het klassikaal
zwemmen krachtig propaganda werd gemaakt. Het eenige
bezwaar der zwemlessen is, dat tamelijk dikwijls kleine
ongesteldheden deelname aan de zwemoefeningen beletten,
waardoor dan de lessen der niet-zwemmers overbelast
werden en een behoorlijke regeling veel tijd en moeite kost.
De klachten over geringe kennis en weinige nauwgezet
heid van vele der nieuw toegelaten leerlingen werden dit
jaar nog met meer nadruk geuit dan de vorige jaren.
Vooral het onderwijs in de talen ondervond daarvan de
groote bezwaren. Reeds het vorige jaar werd op een grooten
achterstand gewezen, en de vrees, dat deze zich voortplanten
zou in de hoogere klassen, is in den loop van het cursus
jaar bewaarheid.
Het feit, dat het percentage der niet-bevorderden niet
bovenmate hoog was, weerspreekt deze meening niet. In
de eerste plaats brengt het dalende peil een steeds grootere