41
5
VEBSLAG GEM. BUREAU VOOR BEROEPSKEUZE.
8. Een 16-jarige jongen, heeft einddiploma H.B.S. 3-j.
cursus, goede cijfers, lichamelijk sterk, gezond uiterlijk, wil
stuurman groote vaart worden, de ouders hebben geen mid
delen meer tot verdere studie: wat zou het B. v. B. hier
aanraden? vragen de ouders.
9. Een 20-jarige jongeman, opgeleid in een der bouwvak
ken, heeft geruimen tijd geen werk, vrij behoorlijk alge
meen ontwikkeld, net uiterlijk, ouders eenigszins bemid
deld: of en hoe hij nog drogistbediende zou kunnen worden,
om later voor zichzelf te beginnen?
7. Een 19-jarig jongmensch, heeft 3-j. H.B.S. doorloopen,
daarna korten tijd op kantoor gewerkt, de laatste drie jaren
als tijdelijk klerk op een Departement, wordt wegens bezui
niging ontslagen, wil nu verder liever van kantoorwerk af:
of hij nog een technisch vak zou kunnen leeren en welk dan
voor hem nog bereikbaar is en op welke wijze; is goedge
keurd voor Ned.-Indië, waar hij later wel heen wil.
6. Een 17-jarig jongmensch, woont in provineie-stad,
blijven zitten in 2e klas H. B. S., heeft weer onvoldoende
cijfers, behalve voor teekenen: wat het B. v. B. denkt van
lithograaf worden, wat dit voor een beroep is en welke toe
komst men er in kan bereiken; als een dokter buitenwerk
geschikter acht, wat zoo’n jongen dan in land- en tuinbouw
of bij de Heidemaatschappij kan beginnen; in bouwkundig
teekenaar worden heeft hij ook wel lust, hoe dat zou kunnen
op de beste wijze en voor hem bereikbaar; in kantoorwerk
heeft hij geen ambitie, welke andere richtingen hij nog uit
zou kunnen?
5. Een 17-jarig jongmensch, doet binnen enkele maanden
eindexamen H.B.S. 5-j.-c., heeft altijd hooge rapporten be
haald, wil gaarne studeeren, zoo mogelijk in Delft, onder
houdskosten kunnen ouders gedeeltelijk dragen, geen stu-
die-kosten; welke financieele steun is mogelijk?
16. Een 18-jarig jongmensch, net uiterlijk, geestelijk en
lichamelijk normaal, is kappersbediende, heeft geregeld nog
werk gehad, verdient met verval ongeveer f 12,per week,
is bij ouders thuis, enkele cliënten van zijn patroon hebben
Canada te kunnen gaan, wil niet naar het kantoor, nog
wel in een vak, waarin hij „verder kan komen”: de ouders
willen gaarne overleggen, waar zij met hun zoon het best
heen kunnen.