41 9 VERSLAG GEM. BUREAU VOOR BEROEPSKEUZE. De jongen, veripeld onder no. 11, was uiteraard zeer .be perkt in de keuze van arbeid. Door de bezoeken aan bedrij ven en werkplaatsen gebracht door den Leider van het Bureau, was deze in staat den vader te wijzen op een goede werkplaats voor rietvlechterij, fijn en grof werk. De chef van de werkplaats is iemand, die goed met jongens kan omgaan: in een school voor handenarbeid geeft hij les in rietvlechten. Wegens de beperkte ruimte, noodig voor het fijnere werkmateriaal, zou de jongen tot op zekere hoogte dezen arbeid later ook thuis kunnen verrichten, wat hier een voordeel was. De vader kon met het ontvangen advies medegaan, stelde zich zelf in verbinding met den patroon en diens werkplaats-chef, die bereid waren den jongen zoo veel mogelijk in de rietvlechterij op te leiden, zooals de vader later schriftelijk aan het Bureau tot zijn blijdschap kon berichten. Het jongmenseh, bedoeld onder no. 7, bleek in de richting van draadlooze telegrafie reeds vrij veel aan electrotech- niek te hebben gedaan, gevoelde zelf veel voor technisch werk op electrisch gebied. Hij had geen gelegenheid meer, ook geen financiën, om nog buiten den Haag een M.T.S. te volgen. Van de opleidingen, welke daarvoor in den Haag bestaan, kwam de avond-cursus voor electrotechnisch-op- zichter-teekenaar aan de Ambachtsschool hier het meest in aanmerking. Werken in de praktijk moet daarmede sa mengaan. Na eenige voorbereiding en het afleggen van een examen werd het jongmenseh toegelaten tot de 2e kl. van den genoemden cursus. In het geval onder no. 15 werd met de moeder en haar dochtertje besproken, welke richtingen in de naaldvakken voor een meisje mogelijk zijn. Vakopleiding in de praktijk is pas mogelijk als het meisje 14 jaar is. De moeder had bezwaar tegen het gaan naar een L.O. Kopschool tot het In het geval onder no. 5 heeft het B. v. B. van zijn uitge breide gegevens alle adressen gegeven, tot welke de vader zich met kans op succes kon wenden om een toelage bij studie. Uit de rapporten van den H.B.S.-leerling was het Bureau gebleken, dat inderdaad de mogelijkheid een studie beurs te verkrijgen groot was. Wel was de vader op de hoogte met Rijks- en Gemeente-studiebeurzen, doch niet met die uit particuliere fondsen. De vader kwam na eenigen tijd mededeelen, dat zijn zoon een der door het Bureau ge noemde particuliere studiebeurzen had gekregen. De zoon kon nu zonder financieele bezwaren zijn studie aanvangen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 1182