J
3
2
VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.
Beheer.
In het personeel der Bank kwam geen wijziging.
Op het einde van het jaar bestond het administratieve
personeel uit 1 administrateur A, 1 administratief-ambte-
naar A, 1 tijdelijk ambtenaar en 1 jongmaatje.
Commissie van Advies.
In de samenstelling der Commissie kwam geen verande
ring. Zij bestond uit de heeren: L. Cusell, architect, H. Fels,
onderpand ondershands verkocht aan de in den loop van
het jaar opgerichte maatschappij „Stedelijk Belang”.
De Hypotheekbank leed alleen verlies bij de afwikkeling
van den post betreffende het fabrieksgebouw. Bij de af
wikkeling der drie andere posten (twee executies en één
onderhandsche overdracht, waarbij de Hypotheekbank be
trokken was) bleek hare vordering gedekt.
De verliezen, welke de Gemeente in de drie evengemelde
gevallen leed, betroffen het Noodhypothekenfonds, waar
uit de derde hypotheken waren verstrekt (de tweede in
schrijvingen waren genomen ten behoeve van het Ko
ninklijk Nationaal Steuncomité).
Het Rijkshypotheken-Fonds leed verliezen bij de executie
der onderpanden van twee debiteuren, bij een van wie ook
de Hypotheekbank en het Noodhypothekenfonds betrokken
waren (dit laatste geval is dus reeds in de vorengemelde
posten begrepen).
Verlaging van den rentevoet bleek in 1924 nog niet mo
gelijk. Evenwel werd besloten, een aantal „noodhypotheken”,
welke den Bisten December van het jaar eindigden en
welker rentevoet bedroeg 6 ’s jaars voor één der leenin-
gen en 5% voor de overige, zonder renteverhooging voor
den duur van vijf jaren voort te zetten. Dit besluit werd
genomen uit overweging, dat opvoering van den rentevoet
der bedoelde leeningen tot het cijfer, dat destijds gold, voor
de exploitatie te bezwarend zou zijn. Tevens werd, teneinde
de aflossing van deze hypotheken te bespoedigen, besloten,
de verplichte aflossing, verschuldigd op de op elk der be
trokken onderpanden door de Hypotheekbank verstrekte
eerste hypotheek, naar de bedoelde „noodhypotheek” over
te brengen. De gelegenheid hiertoe was geopend door de
bij raadsbesluit van 3 November 1924 in het „Reglement op
het leenen van geld onder hypothecair verband door de
Gemeentelijke Hypotheekbank” (Verz. 1913, no. 26) ge
brachte wijzigingen.
Hieronder volgen de gebruikelijke gegevens.