3
Rente.
4
VEESLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.
Garantiën.
Onderpanden.
Aangezien in 1924 nog niet kon worden overgegaan tot
verdere verlaging van den rentevoet, bleef deze in het
algemeen gehandhaafd op 6% Tegen deze rente werden
10 leeningen gesloten. Voorts bedroeg de rente der nieuwe
leeningen: voor één 4’/2 voor twee 5 voor twee 5%
voor één 6 voor één 6% voor één 6% en voor vijf
7 De percentages beneden 6 betroffen bijzondere ge
vallen dat van 6 vormde eene speciale voorwaarde bij
den verkoop van het ten vorigen jare ingekochte onder
pand, in de overige gevallen gingen de leeningen over op
betere debiteuren, terwijl de omstandigheden niet toelieten
hoogere rente te bedingen. De percentages van 634 en 6%
hielden verband met den rentestand op het oogenblik der
De in 1924 behandelde aanvragen betroffen perceelen in
de omgeving van de Visschershaven, de Statenlaan, de
Laan van Meerdervoort, de Laakhaven en de Valkenboseh-
kade, in de Tuinstadwijk Houtrust en aan de Alkmaarsche
straat.
De in dit jaar verbonden opstallen bestonden in woon-
en winkelhuizen, pakhuizen en verdere inrichtingen ten
dienste van handel en nijverheid, garages, enz.
De onderpanden werden geregeld geïnspecteerd. Vele
verkeerden in goeden staat van onderhoud. In de gevallen,
waarin wij herstellingen of verbeteringen eischten, werd
hieraan voldaan.
In 1924 kwamen 3 aanvragen om garantie in, waarvan 1
ten behoeve van de Pensioenfondsen voor de Koloniale
Landsdienaren en 2 ten behoeve van de Levensverzekering-
Maatschappij „Rotter damsche Verzekering-Societeiten
R.V.S.”. Twee aanvragen werden toegestaan, de derde kon
niet vóór het einde des jaars worden afgedaan. De leenin
gen, waarvoor de garantie werd verleend, bedroegen te
zamen f 711.600,waarvan voor risico der Bank komt
f 660.400,(het overige komt voor risico van het Nood-
hypothekenfonds).
Na de aflossingen op de leeningen, waarvoor de Ge
meente garant is, bedroeg op 31 December het gedeelte
dezer leeningen, waarvan het risico voor rekening van de
Bank loopt, f 1.497.960,