3 6 VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK. Kapitaal. Rekening. Reserve. ’s-Gravenhage, April 1925. bedragen, terwijl voorts eenige uitkeering uit den boedel is te verwachten. De Directie van de Gemeentelijke Hypotheekbank, HENSS. VAN DER MEULEN. De exploitatie leverde, na aanwending van f 4.493,71 voor gedeeltelijke afschrijving van het disagio en van f 75, voor afschrijving op meubilair een overschot van f 52.094,55 op. Na aftrek van het verlies bij executie, ad f 48.259,66 (voorloopig bedrag; zie onder „Executies”), sluit de ver lies- en winstrekening met een batig saldo van f 3.834,89, welk bedrag ingevolge art. 13 der beheersverordening dient tot vorming van reserve, evenals de rente ad f 10.886,54, welke de belegging van het reservekapitaal in 1924 heeft opgeleverd. Na verhooging met het batig saldo der verlies- en winst rekening en met de rente van het reservefonds bedraagt de reserve f 193.694,95. Ter voorziening in de behoefte aan kapitaal nam de Bank in 1924 f 475.000,op, waartegenover (in verband met disagio en leeningskosten) een kapitaalschuld aan de Ge meente staat van f 481.100,29. Met de opgenomen gelden loste de Bank een gelijk bedrag aan opgenomen kasgeld af (totale aflossing f 650.000,waarvan f 175.000,— voor rekening van het Noodhypothekenfonds). De over genoemd kapitaal van f 481.100,29 aan de Ge meente te vergoeden rente bedraagt voor f 187.927,20 63/io (met inbegrip van disagio) en voor f 273.172.99 6 (disagio 2'/8 Op het vroeger door de Gemeente verschafte kapitaal werd f 175.266,01 afgelost De balans bevat de specificatie van dit bedrag. De rente over het opgenomen kasgeld werd in dit jaar berekend naar 5’/2 ’s jaars.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 149