5 16 VERSLAG MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON. werden gesteld van de rente, bedoeld in de art.. 369 en 370 der Invaliditeits- en in de Ouderdomswet 1919 en 12 een pensioen genieten, kon een gedeelte der verzorgingskosten worden verhaald. De gezondheidstoestand was dit ja ar bijzonder gunstig te noemen. In 1924 overleden 26 mannen en 10 vrouwen, tegen 32 mannen en 19 vrouwen gedurende het jaar 1923. Personeelsveranderingen kwamen dit jaar niet voor. Regelmatig werd de Inrichting door een controleerend geneeskundige van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst bezocht en werd zoonoodig geneeskundige bijstand verleend. De zieken en hulpbehoevenden worden door een 3-tal ver pleegsters verzorgd. De electrisehe verlichting, die in enkele zalen nog te wenschen overliet, werd dit jaar aanmerkelijk verbeterd. Verschillende lampen werden verplaatst en 40 nieuwe licht punten werden aangebracht. Met het aanbrengen van centrale verwarming, splitsing van enkele groote zalen, het aanbrengen van W.C.’s en waschgelegenheden op de slaapzolders en verbetering der badinrichting is thans een aanvang gemaakt. De keuken heeft een belangrijke verandering ondergaan. De kook potten zijn vervangen door nieuwe dubbelwandige potten, welke voorzien zijn van waterbad en standpijp-inrichting. Met erkentelijkheid kan ook thans worden medegedeeld, dat verschillende muziek- en zangvereenigingen zich nu en dan bereid verklaarden voor het geven van uitvoeringen. Voorzeker een dankbaar werk, dat voornamelijk door de invalide verzorgden zeer op prijs wordt gesteld. Ook nu kon, even als vorige jaren, worden geconstateerd, dat, hoewel meermalen straffen aan enkelen moesten worden opgelegd, over het gedrag der verpleegden in het algemeen niet bijzonder viel te klagen. Er heerschte onder hen een goede verstandhouding. Drankmisbruik was in de meeste gevallen oorzaak der opgelegde straf.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 193