By lage 7 HOOFDSTUK I. Stand der Verzekering. HOOFDSTUK II. Bijzondere maatregelen inzake werkloozenzorg. VERSLAG van de Werkloosheidsverzekering en de bijzondere maatregelen inzake werkloozenzorg te ’s-Gravenhage over het jaar 1924. Aan het eind van het jaar 1923 vielen onder de regeling, neergelegd in het Werkloosheidsbesluit 1917, 64 werkloozen- kassen met te ’s-Gravenhage gevestigde leden. In den loop van het jaar 1924 werden tot deze regeling nog toegelaten een tweetal organisaties, n.l.: 1. de Haagsehe Federatie van Bouwvakarbeiders, m. i. v. 24 Maart 1924. 2. de Nederlandsche Boud van Particuliere Chauffeurs, m. i. v. 29 September 1924. Met ingang van 1 Januari 1924 eindigde het recht op sub sidie van den Ned. Bond van Mannelijke en Vrouwelijke Arbeiders in de Kledingindustrie en aanverwante vakken. De werkloozenkas van den Ned. R.-K. Lederbewerkers- bond ging op 1 Juli 1924 over in die van den Ned. R.-K. Fabrieksarbeidersbond „St. Willibrordus”. Het totaal aantal der hierbedoelde vereenigingen bedroeg derhalve op 31 December 1924 64 met 18209 tegen werkloos heid verzekerde leden. De namen der vereenigingen met de aantallen te ’s-Gravenhage gevestigde, tegen werkloos heid verzekerde leden zijn op den staat aan het eind van dit verslag vermeld. De subsidiën voor de werkloozenkassen, welke krachtens het Werkloosheidsbesluit 1917 door Rijk en Gemeente, ieder voor de helft, worden toegekend, en welke voor het jaar 1923 tot ten hoogste 200 der door de leden dier kassen opgebraehte contributiën waren verhoogd, werden over het jaar 1924 voor de meeste kassen teruggebracht tot 100

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 251