7
3
VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING, ENZ.
De werkverschaffing in eigen vak aan geschoolde ar
beiders door het doen verrichten van werkzaamheden,
waarvan de uitvoering niet dringend noodig doch wel
wenschelijk was, werd in 1924 voortgezet en wel tot 8 Mei.
Op deze wijze werden 256 werklieden te werk gesteld. Zij
werkten 40 uur per week en ontvingen het hij collectieve
arbeidsovereenkomst vastgestelde uurloon.
Over 1924 werd aan loon uitbetaald f 48.527,20.
De Scheveningsche treilvisscherij werd over het tijdvak
1 Januari tot 15 Mei gesteund naar de volgende grond
slagen:
a. toekenning van een tegemoetkoming in reedersver-
liezen, van ten hoogste f 1250,per schip, vermeerderd
met de kosten van invaliditeitspremiën.
b. toekenning van loonbijslag aan de bemanningen, en
wel wanneer de helft van het aandeel in de besomming
van een matroos, stuurman of schipper gemiddeld minder
bedroeg dan onderscheidenlijk f 9,f 10,en f 13,50 per
week; de bijslag was dan het verschil tusschen de bedoelde
helft en de genoemde bedragen. Ter bevordering van het
aan de treilvisscherij deelnemen van kostwinners gold de
bijslagregeling slechts in beperkte mate voor niet-kost-
winners. Aan dezen bijslag was nog verbonden een kinder
bijslag van f 1,50 per kind en per week.
Na 15 Mei gold niet meer de toekenning van vergoeding
aan reeders, doch werd de loonbijslag aan bemanningen
gehandhaafd tot 1 Juli.
Over het tijdvak 1 Januari—15 Mei werd uitbetaald:
1. Tegemoetkoming in reedersverliezen ten behoeve
van het treilen van 70 loggers f 87.500,waarvan
tijd”, welke na een tijdstip van werkloos worden door een
dan reeds uitgetrokken zijnd arbeider moet worden door
gemaakt, alvorens steun verleend wordt.
3. Steunbedragen van minder dan f 3,per week worden
niet meer toegekend.
Voor werkloos overheids- en semi-overheidspersoneel
golden bijzondere regelingen.
Aan arbeiders in de kledingindustrie werd in het tijdvak
1 April15 Juli 1924 geen steun verleend.
In totaal werd over het jaar 1924 aan werkloozensteun
met uitzondering van bijslag op kas-uitkeeringen
betaald:
a. f 623.186,905 door bemiddeling der vakvereenigingen;
b. f 440.659,18 niet door bemiddeling der vakvereeni
gingen.