10
48.640.405 M3.
46.909.220
In 1920
1921
1922
1923
1924
14
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN.
Het koolzuurgehalte resp. 5,61 en 5,6
31,044 van de geheele gasproductie was watergas.
1.731.185 M8.
L.
In 1924 dus meer
dus een toename van 3,691
In dit jaar werd gemaakt
In het vorige jaar
Per 1.000 K.G. kolen zijn dan voortgebracht 411,78 M8.
steenkolengas, terwijl per 1.000 M3. watergas 213,69 L. gas
olie en 640,37 K.G. cokes zijn verbruikt.
In het geheel zijn voortgebracht 48.640.805 M3. gemengd
gas. Wanneer de dagelijks verkregen hoeveelheden gas
worden herleid tot een temperatuur van 60° F. en een baro
meterstand van 760 m.M., dan zijn voortgebracht 48.973.490
M3. gas of 0,67 meer.
Dit jaar werden 15.760 L. benzol aan het menggas toege
voegd.
3,52
4,47
3,60
0,42
3,69
Gemiddeld van beide fabrieken wend per 1.000 M3 water-
gas verbruikt 215,13 L. gasolie en 644,68 K.G. voor de gene
ratoren.
Voor de resultaten van het onderzoek naar het specifiek
gewicht en het calorisch vermogen van het gas, wordt ver
wezen naar bijlage No. I.
De vermeerdering resp. vermindering der gaspro
ductie in de laatste 10 jaren was:
Het gemiddeld specifiek gewicht van het watergas der
fabriek Loosduinscheweg was 0,606 en der fabriek Trek-
vliet 0,620.
In 1915 5,14
4,37
28,48
3,42
6,02%
1916
1917
1918
1919