10
4,72 °/0
19
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN.
Particulieren.
Gemeente.
Totaal.
45.420.716 M3.
43.378.319
2.018.548 AP.
44.826.094 M3.
42.807.546
594.622 M3.
570.773
Het verbruik van particulieren en gemeentegebouwen,
omgeslagen over het gemiddeld aantal gasverbruikers en
lichten, bedroeg in 1924 gemiddeld:
Bovendien zijn, behalve die onder de meters voor eigen
gebruik begrepen, nog in gebruik 4 z.g. tusschenmeters met
21 meterlichten.
23.849 M3.
4.18
2.042.397 M3.
4,71 o/o
Per gasverbruiker.
543,26 M3,
tegen 532,88
In 1924
1923
In het aantal verbruikers is één met eigeu meter be
grepen.
Het gemiddeld aantal lichten (nieter en abonnement) per
verbruiker bedroeg op 31 December 1924 6,68 tegen 6,58 op
31 December 1923.
Het aantal inwoners der Gemeente is in 1924 gestegen
van 372.597 tot 380.991 (de vermeerdering door toevoeging
van Loosduinen buiten rekening gelaten). De vermeerde
ring was dus 8.394 of 2,25 Op 31 December 1923 telde men
1 gasverbruiker op 4,54 inwoners, op 31 December 1924 1
op 4,47 inwoners.
Het gemiddeld aantal inwoners was in 1924 376.794, waar
over het gezamenlijk verbruik van particulieren en gemeen-
tegebouwen bedroeg per inwoner 120,55 M3. tegen 117,41 M3.
in 1923.
Per meterlicht.
81,93 M3.
82,18 in 1923.
Gasverbruik van Particulieren en Gemeente, over ge
wone-, ex-munt- en penningmeters, bij abonnement en
voor illuminatiën: