13 1-1 VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. V. Slachthuis, incl. henedenkoelhuis c.a. Recapitulatie van ingevoerd vleesch. 4.373.303 K.G. Versch vleesch en vet: K.G. het binnenland Voor de financiëele uitkomst wordt verwezen naar het „Administratief overzicht”, hoofdstuk V. 4.360.108 K.G. 4.011 3.184 580.564 936.625 223.685 289.096 5.175 51.720 10.888 Het aantal slachtingen is, evenals de invoer, weder toe genomen. Vergeleken met de cijfers van 1923 zijn méér ge slacht 151 graskalveren, 353 nuchtere kalveren, 11009 varkens, 20 geiten en 19 speenvarkens, waartegenover min der gedood werden 1695 runderen, 370 paarden, 841 vette kalveren, 19 schapen en 16 veulens. In totaal zijn er 8611 dieren méér geslacht. De buitengewone stijging van het aantal varkens wijst er op, dat de handel aan het Slachthuis belangrijk is uit gebreid. Het meeste spek was toch niet voor plaatselijk ge bruik bestemd doch werd naar andere deelen van ons land, Duitschland, Italië, Frankrijk en België uitgevoerd. Het grootste aantal dieren is geslacht op 22 December, n.l. 191 runderen, 3 paarden, 125 vette kalveren, 40 graskal veren, 337 varkens, 26 schapen, 1 geit, 2 nuchtere kalveren, 2 speenvarkens en 1 veulen, totaal 728 stuks. De invoer van buitenlandsch bevroren en gekoeld vleesch en -vet bedroeg 1.369.908 K.G. méér, terwijl het ingevoerde versche vleesch en -vet uit het binnen- en buitenland met 1.139.965 K.G. verminderde, een vooruitgang dus van bijna 230.000 K.G. uit Denemarken Engeland Duitschland België Frankrijk Bevroren- en gekoeld vleesch en vet: uit Argentinië. Uruguay Nieuw-Zeeland Totaal 5.890.492 K.G.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 456