13 24 VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. Rekening van het Openbaar Slachthuis over 1924. Omtrent de rekening- van het Openbaar Slachthuis over 1924 hebben Burgemeester en Wethouders de eer het vol gende op te merken. De winst over het afgeloopen jaar heeft bedragen f 246.307,59, terwijl geraamd was f 158.700, Het totaal der baten wijst rond f 40.300,of 5 meer aan dan in 1923, hetwelk voor een groot gedeelte een gevolg is van de buitengewone stijging van het aantal geslachte varkens, n.l. 32 Meer bracht op Art. I „Opbrengst Slachthuis, inch Be- nedenkoelhuis c.a.” rond f 38.300,of bijna 5% Art. II „Opbrengst Bovenkoelhuis c.a.” rond f 200,— of bijna Art. IV „Rente van kasgeld” rond f 1.900,— of 28% terwijl Art. III „Opbrengst IJs” ongeveer gelijk bleef. Het totaal der lasten bedraagt rond f 10.900,minder dan in 1923, of bijna 2 Minder is uitgegeven voor Art. I „Exploitatiekosten Slachthuis, incl. Benedenkoelhuis c.a,” rond f 5.500,of 5 Art. II „Exploitatiekosten Bovenkoelhuis c.a.” rond f 3.900,of 20 Art. III „Fabricatiekosten van het IJs” rond f 4.600,of 25% Art. IV „Onderhoudskosten” rond f 300,of Art. VIII „Onvoorzien” rond f 700,terwijl meer vergden Art. V „Algemeene onkosten” rond f 1.000, of bijna Art. VI „Renten” rond f 400,— of bijna Art. VII „Afschrijving” rond f 2.800,— of bijna 4% De winsten der bedrijven hebben bedragen: „Slachthuis, incl. Benedenkoelhuis c.a.” f 204.098,29, „Bovenkoelhuis c.a.” f 23.797,85 en „Ijsfabriek” f 18.411,45, tegen respectievelijk f 158.340.70, f 19.707,72 en f 17.068,01 in 1923. Van de totale winst, ad f 246.307,59, welke aan de Gemeente is afgedragen, is een bedrag van f 87.607,59 gereserveerd. Het „Reservefonds voor het Openbaar Slachthuis” is daar door opgevoerd tot f 350.678,62 per 31 December 1924. Geslacht werden 88.810 dieren, tegenover 80.199 in 1923, eene vermeerdering dus van 8.611 stuks. Ter keuring werd ingevoerd 5.890.492 K.G. vleesch, d.i. 229.943 K.G. meer dan in 1923. Gevoederd zijn 23.616 dieren gedurende 29.897 etmalen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 465