14
2
VERSLAG GEM. HAVENDIENST.
II. Visschershaven.
Vaartuigen.
1924.
1923.
1922.
1921.
1920.
Evenals gedurende de vorige jaren, werd de dienst van
de havengaarders bij verlof of ziekte waargenomen door
den havengaarder belast met de controle, terwijl dit voor
het overige personeel geschiedde door noodhulppersoneel,
hetwelk, op een hoogst enkele uitzondering na, betrokken
werd uit op wachtgeld gesteld gemeentepersoneel.
30
1413
3454
2386
39
480.867 M3.
40
997
3456
1812
71
347.499 M’.
64
1098
3448
1499
68
372.838 M3.
Stoomtrawlers
Loggers
Schokkers
Garnalenbooten
Andere vaartuigen
Totaal netto in houd
39
1652
2244
1919
58
Scheepvaart- Op 1 Januari 1924 lagen in de haven de
volgende vaartuigen:
2 stoomtrawlers, 12 motorloggers, 100 loggers, 9 motor-
schokkers, 12 zeilsehokkers, 21 garnalenbooten en vletten,
4 sleepbooten, 2 zandzuigers, 1 baggermachine, 5 onder-
lossers en 1 motorreddingboot, in totaal 169 vaartuigen.
In het geheel kwamen hier binnen:
34
1131
2557
1703
53
479.573 M3. 354.365 M3.
Op 31 December 1924 lagen in de haven:
10 motorloggers, 90 zeilloggers, 12 motorschokkers, 11 zeil-
schokkers, 33 garnalenbooten en vletten, 4 sleepbooten, 2
zandzuigers, 1 baggermachine, 4 onderlossers en 1 motor
reddingboot.
Behalve een motorschokker en een garnalenboot uit Kat
wijk waren alle binnenliggende vaartuigen van Scheve-
ningen.
Volgens de naamlijst der Nederlandsche Reederijen en
haringschepen, bijgewerkt tot 1 Juni 1924, bestond de
Scheveningsche vloot uit 4 stoomschepen, 14 motorloggers,
en 174 zeilloggers, totaal 192 vaartuigen.
Van deze vaartuigen waren op 31 December nog in zee
2 stoomschepen en 3 motorloggers, zoodat iets meer dan
53 van de vloot in deze haven oplegde en bijna 47
in andere havens, voornamelijk Vlaardingen en Maassluis.
De redenen hiervan zijn reeds meermalen uiteengezet.