14
4
VERSLAG GEM. HAVENDIENST.
door
2.372,95
28.226,50
f 569.774,04
De aanvoer in 1923 bedroeg f 584.318,25.
319.661,30
219.513,29
f
Haringvisscherij. Langzamerhand beginnen er zich teeke-
nen te vertoonen, dat de visseherij zich gaat herstellen van
de slagen, welke de oorlogs- en vooral de eerste vredes-
Over het algemeen zijn de met de trawlvisseherij in 1924
verkregen resultaten slecht. De gemiddelde besommingen
zijn lager dan in 1923, die toen reeds de gemaakte onkosten
niet konden dekken.
Alleen in de maanden Januari en Februari werden mooie
besommingen gemaakt, daarna bewogen zij zich in dalende
richting. In April was het niet zeldzaam, dat een logger
na een reis van acht dagen met niet meer dan f 130,— tot
f 140,besomming binnenkwam. Het was dan ook wel te
voorzien, (zooals trouwens ook is geschied) dat de trawl
visscherij vroeger beëindigd zou worden dan in andere
jaren het geval was.
Het is bekend, dat de trawlvisscherij niet loonend is. De
voor het verslagjaar verkregen steun was dan ook een
voorname factor voor het feit, dat toch nog 73 vaartuigen
aan deze visseherij deelnamen.
Slechts één logger bleef gedurende het geheele jaar de
trawlvisscherij uitoefenen.
Door de trawlvaartuigen zijn in totaal 885 reizen ge
maakt, waarvan 799 op deze haven, 85 op IJmuiden en 1
op Vlaardingen.
Het kleinste aantal reizen, dat een vaartuig op deze ha
ven deed was 1, het grootste aantal 30. 29 vaartuigen deden
1—10 reizen, 40 vaartuigen 1120, 1 vaartuig deed 25, 1 deed
26, 1 deed 27 en een deed 30 reizen.
Gedurende het voorgaande jaar deden 88 loggers en 4
stoomtrawlers 1192 reizen op deze haven en 209 op andere
havens.
In den loop van het jaar werd te Scheveningen aange
voerd aan versche visch:
stoomschepen en loggers uit Sche
veningen
kustvisschers
1 stoomtrawler, 1 motorlogger en 1
zeillogger uit andere plaatsen
6 Engelsche stoomschepen (versche
haring)