14 t; VERSLAG GEM. HAVENDIENST. er zelfs van een Hoewel, zooals uit deze cijfers blijkt, de haringuitvoer naar Duitschland nog lang niet den omvang heeft van die van het laatste jaar voor den oorlog, toonen zij toch ook duidelijk aan, dat een belangrijke vermeerdering in 1923 heeft plaats gehad, vergeleken bij de cijfers voor 1922, ter wijl voor 1924 een nog gunstiger accrès werd verwacht. Tevens had men goede hoop op de onderhandelingen van verschillende landen met het Sovjetbewind omtrent een erkenning de jure van dit bewind. Voor de haringhandel zou zulk een erkenning door ons land vermoedelijk belang rijke financieele voordeelen medebrengen, aangezien Rus land met Duitschland'altijd een der grootste afnemers van onze haring is geweest. In het begin van het jaar is een Nederlandsche delegatie uit handelskringen van Rotter dam, Amsterdam en IJmuiden naar Rusland geweest om handelsbetrekkingen aan te knoopen; wat de IJmuider reeders aangaat speciaal voor den afzet van visch, ook voor haring. Gedurende het verslagjaar namen voor Scheveningen 167 vaartuigen aan de haringvisscherij deel tegen 153 in 1923. Eenige vermeerdering dus vergeleken bij het vorige jaar, hoewel nog ongeveer een vijfde gedeelte der vloot werkloos is gebleven. De hooge prijzen der visehtuigen wa ren hieraan niet vreemd. De eerste logger vertrok den 8en April ter haringvis scherij. Het begin is niet onverdeeld gunstig geweest; de kwaliteiten van de gevangen haring liepen teveel uiteen. Alleen de prima kwaliteit maakte goede prijzen; de prijzen varieerden van f 6,tot f 60,— per kantje. De eerste aanvoeren waren over het algemeen niet van houdbare kwaliteit; ook was er nog betrekkelijk weinig vraag van het buitenland. Daarna echter verbeterde de hoedanigheid der haring belangrijk en nam ook de vraag toe. De aanvoeren bleven echter gering, hetgeen ertoe medewerkte om de prijzen op een betrekkelijk hoog peil te houden, hetwelk steeds bleef stijgen, toen bleek, dat na de eerste reis de vangsten van vrijwel alle schepen niet bij zonder groot waren, zoodat de markt het aangevoerde product gemakkelijk kon verwerken en tekort in den aanvoer gesproken kon worden. Ook de tweede reis bracht geen groote vangsten, zoodat het er naar uit begon te zien, dat de haringteelt zou mislukken door een tekort in aanvoer, niettegenstaande de hooge prij zen, welke voor de haring werden betaald. Eerst in de tweede helft van October kwam er een kentering in den toestand en kwamen verscheidene schepen met volle vang-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 485