14 10 VERSLAG GEM. HAVENDIENST. Havengeld. De ontvangsten aan havengeld bedroegen voor 1924 in totaal f 28.924,23 waarvan f 3.281,14 werd geres titueerd in verband niet de omwisseling van de tarieven B a en E in andere tarieven. Sleepdienst. Evenals de vorige jaren, werd ook gedu rende bet verslagjaar de sleepdienst op de haven uitgeoe fend door L. Smit Co’s Internationalen Sleepdienst. Het geheele jaar waren minstens twee sleepbooten in de haven aanwezig. In den loop van het jaar werd op verzoek van de kapi teins der sleepbooten in totaal 20 maal bet sein gebeschen: „De sleepboot komt niet uit”. Dit geschiedde vanwege de branding voor en in de buitenhaven bij ruw weer. Sleephelling en. Het aantal gehellingde vaartuigen was vrijwel hetzelfde als in 1923. Reparation van belang waren dit verslagjaar aanmer kelijk minder in aantal dan in het voorgaande jaar. Daar de Sleephellingen uitsluitend zijn aangewezen op de Seheveningsche vissehersvloot en een groot gedeelte der vaartuigen, die elders overwinterden, ook aldaar gehellingd werd, moest naar een ander terrein voor werkzaamheden worden uitgezien, teneinde de kern van het personeel aan het werk te kunnen houden. Het afgeloopen jaar is het de Sleephelling Maatschappij mogen gelukken, buiten de reederij tamelijk veel werk te vinden, waardoor bevredigende resultaten zijn verkregen. De tarieven voor het hellingen waren als in 1923. Seininrichting. De dienst werd onafgebroken dag en nacht waargenomen. Als grondslag voor het getijsein werd steeds aangenomen de minste diepte, welke in de vaargeul der buitenhaven en tot 300 M. buiten de hoofden in zee werd aangetroffen volgens de laatste door den Rijkswaterstaat verrichte peiling. Deze grondslagen varieerden gedurende het verslagjaar van 21 tot 25 d.M. N.A.P. Zij waren voor 1923 van 16 tot 21 d.M. N.A.P. Hieruit blijkt weder, dat de diepte in de buitenhaven gedurende het afgeloopen jaar belangrijk grooter was dan in het voorgaande. De grootste diepte in de vaargeul werd waargenomen op 29 Februari, 3 Maart en 9 September; op deze data wees het sein 38 d.M. diepte aan. De laagste waterstand werd genoteerd op 7, 8 en 9 Ja nuari en 18 Februari, toen de diepte slechts 7 d.M. bedroeg.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 489