16 54 VERSLAG GEMEENTEWERKEN. STRAFFEN. Ambtenaren. In het jaar 1924 werden geen ambtenaren gestraft. Werklieden. SCHADEVERGOEDING. In het jaar 1924 wend in 13 gevallen schadevergoeding opgelegd voor het doen verloren gaan van gereedschap. In het jaar 1924 moest 71 maal een boete lager dan f 0,26 en 13 maal een boete hooger dan f 0,26 worden opgelegd. Met niet-eervol ontslag uit den dienst werd 1 werkman gestraft, terwijl één werkman werd ontslagen wegens on geschiktheid. In twee strafzaken wend een beroep gedaan op het Scheidsgerecht; in beide gevallen werd de opgelegde straf gehandhaafd. In 32 gevallen kon met een voorwaardelijke straf, in 65 gevallen met een waarschuwing worden volstaan. In totaal werd in genoemd jaar een bedrag van f 30,48 aan boeten ingehouden. Al deze straffen zijn opgelegd ingevolge het Werklieden reglement 1911, met uitzondering van één boete lager dan f 0,26, welke werd opgelegd ingevolge het Reglement voor de Schoolknechts. Bovendien werd de dezerzijds aangegane arbeidsovereen komst met wachtgelders in twee gevallen verbroken en werden deze wachtgelders in beide gevallen door het Col lege van Burgemeester en Wethouders gestraft met in houding van een week wachtgeld. In deze beide gevallen werd eveneens een beroep gedaan op het Scheidsgerecht, dat de opgelegde straffen handhaafde.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 562