64 VI Voorts werd nog in 20 gevallen een brandje in Ge- meente-eigendommen gebluscht, zonder dat schade werd veroorzaakt. Vijf maal werd de hulp van de Pol itie-Brand weer in geroepen voor brand in een Rijksgebouw of voor Rijks- eigendommen. Het politie-brandweercorps bestond op 31 December uit: de hoofdcommissaris, één inspecteur le klasse-le brandmeester, Chef van de Afdeeling Brandweer, één inspecteur le klasse-le brandmeester, twee inspecteurs 2e klasse-brandmeester, 18 brigadiers-hoofdbrandwaeht. 20 agenten-ehauffeurs. 10 agenten voor de bediening van den automobiel-kraanwagen en voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van den Politie- en den Brandweerdienst. Voor de bemanning der automobiel-motorbnandspui- ten, welke aan de verschillende Politiebureux zijn ge plaatst, zijn bij de 2e Sectie 91, de 4e Sectie 133, de 5e Sectie 72, de 6e Sectie 118, de 7e Sectie 98, de 8e Sectie 88 en de 9e Sectie 73 goed afgerichte agenten geplaatst. De oefeningen met bluseh- en reddingsmaterieel en de motorspuiten, hadden geregeld aan iedere Sectie plaats, terwijl, voor klim- en springoefeningen, de bemanningen van die Secties, waar geen klimtoren aanwezig is, steeds op daartoe vastgestelde dagen, aan die Sectiebureaux, waar een klimtoren aanwezig is, onder leiding van een brigadier-hoofdbrandwacht, geoefend werden. Het toezicht op de bluschmiddelen in de Rijks- en Gemeentegebouwen had geregeld plaats door twee briga diers, die, na eerst geheel voor den brandweerdienst te zijn opgeleid, speciaal voor dezen dienst zijn aangewe zen, terwijl aan meerdere brigadiers en agenten onder richt werd gegeven in de plaatselijke gesteldheid dezer gebouwen en de daarin aanwezige bluschmiddelen. Dit jaar werden bij de Afdeeling Politie-Brandweer gedetacheerd, één inspecteur 2e klasse en acht brigadiers, ter opleiding tot inspecteur-brandmeester en brigadier- hoofdbrandwacht. Alhoewel de opleiding dezer brigadiers nog niet is voltooid, bleek reeds meerdere malen, waar eenigen dezer bij ziekte of verlof dienst als brigadier-hoofdbrand wacht moesten doen, dat zij zeer goed voor hun taak berekend zijn. i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 65