18 9 VERSL. VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER. Totaal Waarvan door latere verhuring. f 3.319,80 „2.034,11 1.893,10 2.598,35 193,65 f 2.551,35 „1.988,06 219,95 2.484,60 166,35 f 768,45 46,05 1.673,15 113,75 27,30 Waarvan ten gevolge van verhuizingen. woningen eigenlijk bestemd waren, daarop niet konden reflecteeren, terwijl andere noodgedwongen een reeds ge huurde woning moesten verlaten. De nog «enigszins geïso leerde ligging van sommige complexen is mede hierop van invloed geweest, vooral omdat nagenoeg gelijktijdig een groot aantal woningen van woningbouwvereenigingen, welke dichter bij het centrum der stad zijn gelegen, ge reed kwam. Kenmerkend is in dit verband, dat de woningen in het nieuwe complex aan den Trekweg veel sneller wer den verhuurd dan die in Duindorp en Spoorwijk. Wat betreft de in 1924 verhuurde complexen is het bedrag aan „onverhuurd” te splitsen als volgt: Spoorwijk UB IIC Duindorp IB IA-IC Trekweg IV 4. Verhuizingen. Gedurende het jaar 1924 hadden 1063 verhuizingen uit Gemeentewoningen plaats. In 326 gevallen verwisselde het betrokken gezin de ontruimde woning met een andere gemeen tewoning. Nagegaan werd waarheen de bewoners in de overige 737 gevallen vertrokken. In 4 gevallen bleek de betrokkene overleden, van 3 was het adres onbekend; 57 verhuisden naar buiten de stad, 65 betrokken een woning van een toegelaten woningbouwvereeniging, zoodat 608 verhuisden naar een particuliere woning hier ter stede. Een belangrijk aantal, n.l niet minder dan 173, verhuisde naar een woning in de binnenstad. In deze gevallen vooral beteekende voor de betrokken’ bewoners de verhuizing een belangrijke achteruitgang in woningpeil. Ten einde eenigen indruk te krijgen van de reden waarom de gemeentewoning was verlaten, werd bij de gezinnen, die naar de binnenstad verhuisd waren, dienaangaande navraag gedaan. In verre weg de meeste gevallen bleek de oorzaak te zijn, dat de woning of „te duur” of „te ver” werd geoordeeld. Het begrip „te duur” is uiteraard betrekkelijk. De huur der woningen in quaestie is gelijk of lager dan die van soortgelijke woningen, maar toegegeven moet worden (zie hierachter ad 5) dat in vele gevallen de huur te zwaar valt in verhouding tot het inkomen. Opmerking verdient

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 684