18 19 VERSE. VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER. 5. Onderhoud. De barak aan dg Waldorpstraat werd geheel ontruimd en in verband met de besmetting met ongedierte ter plaatse verbrand. Het onderhoud der woningen in de oude stad en in oud- Scheveningen werd, evenals dat der nieuwe complexen, door of onder beheer van den Dienst der Stadsontwikke ling en Volkshuisvesting uitgevoerd. Het buitenschilderwerk van verscheidene perceelen werd uitbesteed. Met betrekking tot den aanleg van den verkeersweg Prin- segrachtElandstraat, ten behoeve waarvan bereids vele woningen ontruimd en afgebroken zijn, bereikte ons Be stuur in de maand October van het verslagjaar een bericht van Burgemeester en Wethouders, dat door dit College besloten was voorloopig niet verder te gaan dan tot de De Riemerstraat. In het laatste gedeelte van aanleg van dezen verkeersweg komen n.l. zooveel woningen van lage huurwaarde voor, dat Burgemeester en Wethouders, bij den huldigen stand van zaken in het woningvraagstuk, bezwaar hadden tegen verdere ontruiming en afbraak. Nadat deze aangelegenheid in den Gemeenteraad een punt van bespreking had uitgemaakt, deelde het College van Burgemeester en Wethouders ons Bestuur naar aan leiding daarvan nader mede, dat besloten was om de maat regelen voor den verderen aanleg van den verkeersweg, wat betreft het gedeelte VeenkadeElandstraat, op te schorten, terwijl voorts ten aanzien van de. verhuring van reeds ontruimde of van leegkomende perceelen bepaalde wenschen kenbaar werden gemaakt. Wel wendde ons Bestuur, overtuigd als het was van de moeilijkheden, waartoe deze gedragslijn aanleiding zou ge ven, zich na gepleegd overleg met het Gemeentelijk Bouw en Woningtoezicht tot Burgemeester en Wethouders om op de gevolgen te wijzen speciaal ten aanzien van de verhu ring en van de kosten van herstelling van vele perceelen, doch het College meende aan het eenmaal ingenomen stand punt te moeten vasthouden. Aangezien aan het einde van het verslagjaar deze aan gelegenheid nog niet tot definitieve beslissing was ge bracht, zal in het volgend verslag het verder verloop kun nen worden medegedeeld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 694