19 3 VERSLAG VAN DE STICHTING CONTRÖLE-WONINGEN. Tijdsduur van het verblijf. Van den beginne af heeft vooropgestaan, dat deze in richting niet bedoeld is om te strekken tot definitieve huisvesting, doch slechts als tijdelijke verblijfplaats, waar getracht wordt hen, die tengevolge van anti-sociale eigen schappen, niet konden worden opgenomen in een normale goede woning, zoover te brengen, dat zulks zonder bezwaar kan geschieden. Derhalve een reclasseeringsinrichting uit bewoningsoogpunt. Dit sluit echter in zich, dat de gezin nen binnen afzienbare» tijd plaats moeten maken voor andere, hetzij omdat zij rijp geacht moeten worden voor dering baren, indien men bedenkt, dat vele bewoners van de inrichting ongeregeld werk en dus ongeregelde ver diensten hebben. Ons Bestuur heeft echter gemeend streng vast te moeten houden aan den regel, dat vóór alles de bijdrage moest worden betaald. Want geschiedde dit niet, dan zou feitelijk de door Maatschappelijk Hulpbetoon ver strekte steun met f 4,a f 5,uit de Gemeentekas worden verhoogd, hetgeen onbillijk zou zijn tegenover derden en aan den gemeentesteun een niet bedoelde uitbreiding zou geven. In gevallen, dat de steun van Maatschappelijk Hulp betoon tijdelijk werd ingehouden, werd eenige consideratie betracht. Met de Directie van Maatschappelijk Hulpbetoon werd overleg gepleegd over inhouding van de bijdrage (of een deel daarvan) van den verstrekten steun. Niettegenstaande de voortdurende pogingen van den Directeur de bewoners tot geregelde betaling te nopen, bleef een niet onaanzienlijk bedrag aan schuld staan. In 9 gevallen moest wegens schuld tot uitzetting worden overgegaan. De schuld bedroeg op: 1 Januari f 346,70, 1 April f 437,72, 1 Juli f 520,25, 1 October f 583.80 en op 31 December f 681,70. In deze cijfers is de te vorderen premie glasverzekering begrepen. In den loop van het jaar moest f 253,35 worden afge schreven als oninbaar in verband met het vertrek met schuld van enkele bewoners. Als verlies ten gevolge van leegstaan (woningen, die werden opengehouden, hetzij voor opneming van noodge vallen, hetzij in verband met de opschuiving), moest f 1.742,70 worden geboekt. In verhouding tot het totaal verschuldigd bedrag be- loopen de bovenstaande bedragen: Bijdrage schuld plm. 2,7 oninbaar 1 leegstaan 7

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 722