20
5
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
Uit de beide laatste tabellen wordt de gevolgtrekking ge
maakt, dat alleen in de woningen van eene huurwaarde
van f 5.per week en minder een tekort bestaat.
In het afgeloopen jaar kwam sterk tot uiting bet ver
langen van de middelklasse om eene ééngezinswoning te
betrekken. Uit de bouwaanvragen blijkt, dat door zelf te
bouwen, en door den particulieren bouwondernemer, aan
dit verlangen geleidelijk wordt voldaan.
III. Verbetering van woningen, onbewoonbaar -
verklaringen, enz.
Toepassing van 3 der Woningwet was om de redenen,
genoemd in het jaarverslag over 1922, nog niet mogelijk.
Aanschrijvingen tot woningverbetering, gegrond oi> de
Woningwet, bleven daarom achterwege.
Toch werden verschillende verbeteringen tot stand ge
bracht.
De verbeteringen werden in den regel verkregen door
overleg met de eigenaren; overigens door toepassing van
artikel 8c lid 2 en 3 der Woningnoodwet en de bepalingen
der Bouw- en Woonverordening, voor zooveel gegrond op
de Gemeentewet.
Twee woningen werden, op grond van artikel 21 lid 1 der
Woningwet, onbewoonbaar verklaard.
Beroep werd niet ingesteld; de woningen werden ont
ruimd.
Op het einde van het jaar waren 39 onbewoonbaar ver
klaarde woningen nog voor bewoning in gebruik; de voor
de ontruiming gestelde termijnen zijn alle overschreden.
Waarschuwingen krachtens artikel 8c lid 2 der Woning
noodwet, tot het herstellen van onderhoudsgebreken, werden
door Burgemeester en Wethouders gegeven ten aanzien
van 38 woningen.
In één geval, een complex van 6 woningen betreffende,
werd op een, bij den Gemeenteraad ingesteld, beroep af
wijzend beschikt.
Aan alle waarschuwingen werd door de eigenaren gevolg
gegeven.