8
VI. Tydeljjk Museum voor Moderne Kunst (Zeestraat).
Met het overlijden van baronesse douair. van Boetzelaer
geb. Willinek zijn, door H.Ed. gelegateerd, aan het Museum
een tiental stukken ceramiek toegevallen, waaronder drie
zeer schoone flesschen van in blauw gedecoreerd Chineesch
porcelein uit de Kang-Hi-periode (16611722). Voor het
meerendeel onder dezen zelfden keizer vervaardigd is eene
verzameling Chineesch porcelein in een wortelnotenhouten
glazen kast, door mevr. Hoogeveenvan Walcheren aan
het Museum in bruikleen afgestaan.
Uit eene vroegere periode (S’oeng-dynastie) dateert een
aangekocht kommetje of 'bakje, waar het décor van plant-
ornament en vlinders, zeer smaakvol is aangebracht met
behulp van een zgn. engobe of slib van lichtere aarde.
Eveneens aangekocht, met steun van de Heeren mr. Bik en
’t Hart, is een groote vaas, behoorende tot de zgn. Kiang-
nan-T’ing groep.
In bruikleen voor de verzameling zilver werd ontvangen
een bijzonder fraaie schaal van C. Baerdt zilversmid
van Bolsward ged. 1669; de rand is rijk met drijfwerk:
bloemen enz. versierd. Binnenkort zal in de Mededeelingen
op deze schaal worden teruggekomen.
22 VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
Het jaar 1924 was voor dit Museum van groote beteeke-
nis. Hoewel geen der in eigendom verworven kunstwerken
op zich zelf beschouwd van zoo eminent belang is, dat
daardoor alleen reeds het peil van de verzameling aan
zienlijk verhoogd wordt, konden toch op zeer gelukkige
wijze lacunes in de historische ontwikkeling onzer 19e en
20e-eeuwsche schilderkunst aangevuld worden, en wel in
de eerste plaats door drie verschillende groepen werken,
die in bruikleen verkregen werden; nl. de bruikleenen van
het Rijksmuseum, van den Heer H. P. B., alhier, en van
den Heer P. Boendermaker te Bergen, N.-H.
De reorganisatie van het Rijksmuseum maakte het moge
lijk, thans aan onze verzamelingen 15 werken af te staan,
waaronder twee voor het Museum van Oude Kunst Uit
de 13 andere schilderijen konden vooral de groep werken
uit de eerste helft van de 19e eeuw en de daarmee historisch
samenhangende richtingen aanzienlijk uitgebreid worden.
Hiertoe behoorde het Morgenbezoek van Adriaen de Lelie,
nog uit de 18e eeuw, het portret van Demmeltraadt door
Daiwaille en, als belangrijkste, het mooie landschapje van
W. J. van Troostwijk, wiens werk zoo uiterst zeldzaam is.
„De Heide van Wolf hezen”, een groot, romantisch getint
landschap van Bilders vertegenwoordigt den o'vergang