9 ver- naar een latere richting, evenals het portret, dat J. G. Schwartze van zijn dochter Thérèse maakte. De Heer H. P. B. stelde ten eerste eenige schilderijen beschikbaar, waardoor het Museum thans in staat is hoofdwerken te laten zien uit den Franschen tijd van Vincent van Gogh (vooral de beroemde Boer uit Arles, een der meest forsche scheppingen van den grooten kunste naar, dat tot de belangrijkste aanwinsten uit de laatste jaren gerekend kan worden) en uit de eerste periode van Floris Verster; verder breidde hij de collectie van klein plastiek zeer uit met werken van Al tor f, Zijl, Mendes da Costa, Raedecker en George Minne. De Heer Boendermaker zorgde voor een aanzienlijke uitbreiding van de afdeeling hedendaagsche kunst met werk van Jan Sluyters, M. Wiegman, Colnot, Gestel, e. a. Voor andere bruikleenen, in dit jaar verworven, zij wezen naar de Bijlage. Doch niet slechts voor tijdelijk, ook in vast bezit kan het Museum eenige belangrijke aanwinsten noemen. (De uit het Rijks-Museum verworven werken kunnen trouwens ook als voorgoed tot de collectie behoorende beschouwd worden). Daar is in de eerste plaats het door de erven van J. Hendriks uit diens collectie geschonken voortreffelijk doekje van Jacob Maris, het Markiezinnetje van 1870, waarbij een klein doek van Ch. Dankmeyer gevoegd werd. Douairière Storm van ’s Gravesande schonk, naar den wensch van wijlen haar echtgenoot, die ook tijdens zijn leven voortdurend groote belangstelling voor de verzame ling getoond had, twee van diens werken, een stilleven met bloemen, vroeg werk, en een zeer fijne, impressionis tisch blanke, blauwe zee (Cuxhaven). De Vereeniging voor Moderne Kunst schonk een sterk kleurig bloemstuk, Floxen van Floris Verster, een meester wiens werk tot dien noode in het Museum gemist werd. (Dank zij den Heer H. P. B. werd eenige maanden later ook nog het groote doek „Anemonen” van dien meester, uit een veel vroegere periode en van geheel anderen aard, in de verzameling geplaatst). Op de veiling van het Atelier J. C. K. Klinken berg werd door de Vereeniging voor het Museum aange kocht het voor dien schilder ongewoon gevoelige doek „Spui bij sneeuw”, terwijl eenige belangstellenden nog drie andere werken van dien meester schonken. Eenige vrien den van H. A. van Oosterzee brachten de middelen bijeen om dezen fijnen schilder te huldigen door een zijner werken, „Morgen bij Rügen” aan de verzameling te schen ken, terwijl het huldigingseomité voor M. Monniekendam ons een „Theaterloge” van dien Amsterdamsehen schilder schonk. VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. 22

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 761