24 2 VERSLAG KONINKLIJKE SCHOUWBURG. a. C. A. De verhuringen van het gebouw. de verhuringen van het gebouw; b. de toestand van het gebouw met inventaris; de resultaten der exploitatie; d. het personeel; e. de maatregelen in het belang van den Schouwburg wenschelijk te achten. Overeenkomstig artikel 6 van het Reglement op den In- wendigen Dienst van den Schouwburg worden achtereen volgens behandeld: Tot einde Mei 1924 was de Schouwburg in hoofdzaak ver huurd aan Nederlandsche Tooneelgezelschappen, t. w.: Het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstadtooneel, Het Sehouwtoo- neel en Het Nederlandsch-Tooneel. Daartussehen hadden enkele Duitsche en Fransche tooneel voor stellingen plaats. In de maanden Juni en Juli werd niet verhuurd, terwijl in Augustus hoofdzakelijk op de Zaterdag- en Zondag avonden een aantal Nederlandsche tooneelvoorstellingen plaats hadden onder den Impresario W. van Korlaar Jr. en een drietal uitvoeringen van een Russisch a-capella-koor onder den Impresario H. J. de Haan. Ingevolge de, in den loop van het jaar tot stand gekomen, intercommunale regeling inzake verhuring aan en subsi- diëering van de Nederlandsche Tooneelgezelschappen, be gon 1 September 1924 het nieuwe seizoen met de volgende verdeeling der avonden. Het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstadtooneel op Donder dag- en Zaterdagavond en Zondagmiddag en -avond. Het Vereenigd Tooneel op Dinsdagavond. Het Schouwtooneel op Woensdagavond. De Vrijdagavond bleef geruimen tijd ter beschikking van de Kon. Vereeniging Het Nederlandseh Tooneel, die er echter ten slotte toch geen gebruik van maakte. De Maandag- en Vrijdagavonden werden ten slotte vrij geregeld verhuurd aan verschillende gegadigden. Het bezoek, in de eerste plaats bij het Ver. Rotterdamsch- Hofstadtooneel, was bevredigend. Het totaal aantal voorstellingen in 1924 bedroeg 310. Hieronder volgt een overzicht van de in 1924 plaats gehad hebbende voorstellingen:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 776