25 3 VERSLAG DER GEMEENTELIJKE BIOSCOOPCOMMISSIE. In het geheel zijn 573 keuringen verricht; 171!) maal werd een lid opgeroepen om deel uit te maken van de Sub-com- missie om een keuring te verrichten, terwijl een even groot aantal plaatsvervangende leden werd ingedeeld. In het afgeloopen jaar werd slechts éénmaal gebruik ge maakt van het instituut van honger beroep, of wel de keu ring in pleno. Dit geschiedde bij de film „de Tien Geboden”. Deze film werd bij de keuring in eerste instantie door de Sub-com- missie met algemeene stemmen geschikt en toelaatbaar ge keurd. Voor den film werd herkeuring gevraagd en de herkeuringseommissie beoordeelde de film met algemeene stemmen (7) ongeschikt en ontoelaatbaar.. Hierop volgde de pleno keuring in dit geval door den Voorzitter der Gem. Bioscoop Commissie noodig geoordeeld. Bij de pleno keuring waren opgekomen 44 leden. Met algemeene stemmen werd de film ongeschikt tot 14 jaar gekeurd; terwijl 26 leden vOór en 18 leden tegen de In totaal werden 218 coupures noodig geoordeeld. Bij een verdere aandachtige beschouwing der bijlage valt nog het volgende op te merken. Gemakshalve zal de lengte der verschillende groepen films aangeduid worden in kilo meters. In totaal is 1257 K.M. film gekeurd. Hiervan werd rond 157 K.M., geen speelfilms geschikt en toelaatbaar ge keurd, zoodat 1100 K.M. speelfilm werd beoordeeld. Van deze 1100 K.M. werd rond: 110 K.M. ongeschikt en ontoelaatbaar; 483 K.M. ongeschikt en toelaatbaar; en 507 K.M. .geschikt en toelaatbaar gekeurd. In procenten is dit resp. 10, 44 en 46. Uit bovenstaande valt af te leiden, dat een groot quan tum der speelfilms voor beide leeftijden is goedgekeurd, De oorzaak hiervan moet gelegen zijn in: le. het ernstig streven van de Bioscoop-Directiën om een betere soort speelfilm uit te brengen en 2e. het minder streng keuren van onze commissie. Welke van beide factoren, hier de meeste invloed heeft uitgeoefend, is dezerzijds niet na te gaan. Bovenstaande brengt het Bestuur ter kennis van de leden, om nog eens aan te dringen om bij de beoordeeling der speelfilms zeer nauwgezet te willen oordeelen. Natuurlijk ontveinsd het zich niet dat de materie dikwerf zeer moeilijk is, doch het percentage van 46 voor geschikt en toelaatbaar der speelfilms, komt ons zeer hoog voor.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 791