21 Geneeskundige Commissie. De Commissie voor hooger beroep heeft onder voorzitter schap van den directeur in 10 gevallen uitspraak gedaan. Hare bijeenroeping geschiedde: a. 8 maal voor het doen van uitspraak in een geschil tusschen den eontroleerendeu geneeskundige en den behan delenden geneesheer over geschiktheid om na ziekte den arbeid te hervatten. b. 2 malen in gevallen van beroep, door belanghebbenden ingesteld bij B. en W., tegen de uitspraak van de contro- leerende geneeskundigen ter zake van geschiktheid voor verdere dienstvervulling. De uitspraken der Commissie waren de volgende: De 8 gevallen onder a vermeld leidden tot de navolgende beslissing: in 6 gevallen dienst doen, waarvan 1 geval eerst na ob servatie in het Gemeente-Ziekenhuis, terwijl in 2 gevallen de mutatie „vrijstelling van dienst” volgde. In de 2 gevallen onder b genoemd: één overeenkomstig die van den controleerend geneeskundige, terwijl voor wat het tweede geval betreft de beslissing werd aangehouden. Beoordeeling der aanvragen voor Ziekenhuis en Sanatorium-opname. De beoordeeling der gevallen geschiedt op den grondslag van persoonlijk onderzoek; voor zoover de opname met spoed wordt aangevraagd van nit den Centralen Post, in de overige gevallen afdeelingsgewijs van uit de Hulppost- Zittinglokalen. Een gevolg van dezen maatregel is, dat als regel geen lijder in een der ziekenhuizen resp. in een sanatorium wordt opgenomen dan na voorafgaande controle, waarbij in ge vallen van werkelijken spoed de patiënt terstond door den eontroleerenden wachtdokter wordt meegenomen. In verschillende gevallen evenwel blijkt het spoedkarak ter der aanvrage ten onrechte gesteld; de controle heeft alsdan ten gevolge, dat de opname, indien al te aanvaarden, tot een later tijdstip verschoven wordt, nadat eerst, tenzij bij besmettelijke ziektegevallen, door den Dienst voor Maat schappelijk Hulpbetoon naar den graad van welstand een onderzoek is ingesteld. In totaal zijn aldus 7755 aanvragen behandeld of 221 meer dan in 1923, waarbij evenwel de eigen patiënten en de voor opname in aanmerking komende eerste-hulp-gevallen niet bijgeteld zijn. Hieronder 4416 spoedshalve of 32 meer dan in het voorafgaande jaar. VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 27

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 841