6
5 i
295
2
716
175
38
4
456
232
40
2
546
272
48
11
1
2024
293
129
40
303
115
35
2
25
Besmettelijke ziekten.
AARD DER ZIEKTE.
1920.
568
1199
762 1023 1929 2902
Totaal
944
Roodvonk
Diphtheric
Febris typhoïdea
Men. cerebrospin. epid.
Dysenterie
Scabies
Poliomylitis ac. ant.2)
Encephalitis lethargica
Tot 15 October 1923.
2) Vanaf 21 September 1923.
Naar de gegevens van den Outsmettingsdienst gevormd
volgt hieronder een staatje van aangiften van besmettelijke
ziekten, genoemd en aangeduid in de Wet, waarbij het jaar
1924 met de vier vorige wordt vergeleken.
Aantal gevallen.
1924. i 1923. 1922. i 1921.
In deze opgave zijn de navolgende, als vermoedelijk aan
gegeven gevallen niet begrepen, die bij voortgezet onder
zoek niet konden worden gehandhaafd: 29 febris typhoïdea,
62 diphtheric, 8 roodvonk, 23 men. cerebrospin. epid. en 2
encephalitis lethargica.
Nu wij dit jaar een aanzienlijke stijging van roodvonk
en ook eenige toeneming van diphtheric hebben te boeken,
verdient het vermelding, dat het met de Rijkscijfers over
1924 vrijwel evenzoo staat; onze stad heeft dus enkel zijn
deel aan een algemeen verschijnsel.
Overigens blijft de Residentie tot de bevoorrechten op
dit gebied behooren. Zoo waren, ook dit jaar, de sterfte
cijfers van besmettelijke ziekten voor de drie talrijkste
groepen: roodvonk, diphtheric en febris typhoïdea, in onze
gemeente lager dan van het Rijk, en met name voor typhus
en roodvonk aanzienlijker lager.
En was het roodvonk niet met eene twee en een kwart-
maal sterkere frekwentie dan vorig jaar de schoone regel
maat komen breken, dan zoude den Haag niet alleen voor
febris typhoïdea en diphtheric, maar ook voor roodvonk
relatief lagere ziekten-cijfers gehad hebben dan het Rijk.
Ook de vergelijking met onze groote zusters Amsterdam
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 27