I
i
I
I
26
Diphtheric. Aangegeven werden 175 gevallen tegen 129
het vorig jaar, terwijl vooral in de laatste maanden de toe
neming zich openbaarde.
Negen maal werd diphtheric als doodsoorzaak vermeld,
eene letaliteit van 5,1 gevende, welk cijfer nog een weinig
Febris typhoïdea. Slechts 38 gevallen kwamen ter kennis,
met niet meer dan één sterfgeval; voor waar zeer gunstige
cijfers, waarbij als toelichting diene, dat hieronder eene
groep van 10 gevallen van para-typhus voorkomt, die vrij
wel achter elkaar in den voorzomer verschenen. Deze, over
het algemeen goedaardige, vorm van besmetting verklaart
voor een deel de zeer geringe sterfte.
Strikt genomen geeft het cijfer 38 nog niet geheel den
gunstigen toestand juist weer, daar de besmetting in
enkele gevallen elders werd opgedaan en een paar maal de
diagnose niet bakteriologiseh kon worden bevestigd.
Op al dit goeds viel de noodige schaduw door eene, zich
in den nazomer explosief openbarende serie van minstens
acht gevallen, waarvan de gemeenschappelijke besmettings
bron op eene boerderij in Wateringen werd gevonden, van
waar de melk in Den Haag werd uitgevent.
Dat hier vrij wat te doen viel en op epidemiologisch ge
bied zich niet onbelangrijke omstandigheden voordeden,
zal men wel kunnen aanvaarden, ook al wordt hierop niet
verder ingegaan.
De uitscheiders van typhusbacillen, die in het vizier
kwamen of bleven, veroorzaakten de toepassing van maat
regelen, die bij hunne omstandigheden passen; ook hier
worde met de enkele vermelding volstaan.
3
en Rotterdam is bepaald bemoedigend te noemen, want
geen enkele van onze zieken-cijfers voor febr. typh., diph
theric en roodvonk wordt door baar verbeterd, al is het
verschil te onzen gunste soms gering, zooals bij roodvonk
te Amsterdam en bij febr. typhoïdea te Rotterdam het geval
is; de diphtheric is, wat aantal betreft, hier ter stede bijna
tweemaal en meer dan driemaal beter dan respectievelijk
te Amsterdam en Rotterdam; alleen in het sterftecijfer, dat
ook in Den Haag beter is dan voor het Rijk en voor Rotter
dam, en allerminst ongunstig mag heeten, worden we door
Amsterdam met een zeer kleine fraktie overtroefd.
Ook zonder dat aan cijfers, wier soms toevallig karak
ter, vooral bij zeer kleine getallen (sterftecijfers) bekend
genoeg is, overdreven waarde wordt toegekend, springt
ook ditmaal het algemeen bekende feit in het oog, dat Den
Haag inderdaad op dit gebied een bevoorrechte plaats is.
27 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.