27
28
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
Ontsmettings-aangelegenheden.
Collectieve onderkomens.
Zedenpolitie.
Het aantal malen, dat kinderen en minderjarige meisjes
werden onderzocht was ruim tweemaal zoo groot als in 1923,
toen ongeveer een tiental gevallen stonden aangeteekend.
Kinderpolitie en
Evenals vorige jaren had verschillende malen inspectie
en controle plaats, zoowel van woning-ontsmettingen als
van desinfecties in de Gemeentelijke inrichting.
In de lijn van bezuiniging en vereenvoudiging wordt
voortgegaan, waarbij de G.G.D. als raadgever van den
Ontsmettingsdienst gaarne medewerkt en overigens zijn
deel draagt van den arbeid, die zich, in vaak wisselende
omstandigheden, voor doet.
Als bijzonderheid zij hier eene mieren-invasie in eene
bakkerij, en vandaar uit in de omliggende huizen vermeld.
Het gelukte den toestand meester te worden.
In verband met voorkomende infektie-ziekten of om
andere redenen van hygiënisch-sanitairen aard werd het
Tehuis voor vrouwen en kinderen aan de Beijersstraat
herhaaldelijk bezocht en als het pas gaf advies verstrekt,
zoo bijv, over het baden, vooral van kleine kinderen, waarin
verbetering mogelijk is.
Het „Hofje van Sas” trok de aandacht van den dienst,
omdat beluisde zwervers een en andermaal mededeelden
het ongedierte in deze inrichting te hebben opgeloopen.
A priori leek dit niet Ónmogelijk, want eene inrichting
als het Tehuis voor Onbehuisden aan de la Reijkade, waar
baden en ontluizen van kleeren regelmatig wordt toegepast,
is eenig op dit gebied.
Het resultaat was echter niet ongunstig te noemen, want
het gelukte, bij onverwacht en herhaald bezoek niet onge
dierte in de dekens of in de slaapplaatsen te vinden; een
zeer ruim gebruik van naphthaline zal hierop wel mede
van invloed zijn. En dan mag er nog wel eens bijzonder
de aandacht op vallen, dat alle andere zwerverstoevluchten,
al dan niet van philantropisehen aard, op hunne beurt
profiteeren van de zorgvuldige reiniging der zwervers in
het Tehuis aan de la Reijkade, reeds hierom, omdat een
zich aanmeldende zwerver, bij wien onrein wordt bespeurd,
als regel eerst naar bovengenoemde inrichting wordt ver
wezen.