84
Schoolgelden.
De regeling van de Schoolgeldheffing is neergelegd
in tie verordeningen nos. 23 en 24 van 1924.
De bezoldiging van de hoofden van scholen en van de
onderwijzers bij het lager onderwijs was geregeld bij het
„Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920”
(Stbl. no. 37) terwijl 1 Januari 1925 in ’werking is ge
treden het „Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambte
naren 1925” van 22 October 1924 (Stbl. no. 476) en het
Kon. Besluit van 27 December 1924 (Stbl. uo. 585).
De bezoldiging der vakonderwijzers is omschreven in
de verordening no. 41 van 1919.
Verhuurd of voor andere doeleinden zijn in gebruik die
aan de Ammunitiehaven. no. 10, de Nieuwe Schoolstraat
no. 22a, den Zwarteweg no. 63b, de Lijnbaan no. 38, de
Rijswijkschestraat no. 157, de van Ravesteijnstraat no.
303, het Rjjswijkscheplein no. 38, de Hoefkade no. 101,
de Duinstraat no. 55, de Vijzelstraat no. 121, de Badhuis
kade no. 27, de v. Dijckstraat no. 55, de Tullinghstraat
no. 26, de Kon. Emmakade no. 119, de Falckstraat no. 11c,
den Zuidwal no. 65 en het Alexanderplein no. 14.
Bezoldiging van het onderwijzend
personeel.
Inschrijving van leerlingen.
Gedurende het afgeloopen jaar werden 5316 kinderen
ingeschreven voor de scholen voor openbaar lager onder
wijs en de kopscholen; voor het avondnijverheidsonder-
wijs werden 784 leerlingen ingeschreven.
De gelegenheid tot inschrijving werd als gewoonlijk
bekend gemaakt; in de regeling kwam in zooverre wijzi
ging, dat nieuwe leerlingen, behalve aan het Bureau
van inschrijving, Gemeentesecretarie, Afd. Onderwijs,
kunnen worden opgegeven aan het hoofd der betrokken
openbare lagere school, die de opgaven daarna doorzendt
aan de Afdeeling Onderwijs.
Aan kinderen van 7 jaar en ouder, voor wie plaats
werd gevraagd vóór het oogenblik, waarop de aanwij
zing der school plaats had, is steeds plaats verschaft.