30 17 VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN. verbetering van hygiënische misstanden; vooral wordt daarbij gelet op reinheid in het bedrijf. De watervoorziening laat hier en daar op het platte land nog veel te wensehen. Het is echter niet gemakkelijk daarin aanstonds verbetering te brengen, vooral zoo een centrale watervoorziening wordt gemist of het bedrijf te ver van het buizennet eener dergelijke watervoorziening verwij derd is. Dit alles neemt niet weg, dat door het geven van wenken en waarschuwingen in de misstanden, welke in bakkersbe drijven hier en daar bestaan verbetering kan worden ver kregen, doch dit alles gaat slechts langs lijnen van geleide lijkheid. In het verslagjaar werden ruim 7000 partijen brood ge wogen, en zoo op grond van het gewicht het vermoeden werd gewekt, dat het brood niet aan den gestelden eisch voldeed, werd een monster ter onderzoek naar het labora torium meegenomen. Wegens het verkoopeu van brood, dat niet voldeed aan de eischen, gesteld in het Broodbesluit, werden 30 processen verbaal opgemaakt; hiervan hadden 21 betrekking op het verkoopen van brood met een te laag gehalte aan droge stof (dus op brood met onvoldoende voedingswaarde); 8 op het verkoopeu van melkbrood, dat met onvoldoende hoe veelheid melk was bereid en dus op dien naam geen aan spraak kon maken (art. 13 Broodbesluit) en één op het on voldoende merken van melkbrood (art. 4 Broodbesluit). Deze overtredingen werden geconstateerd in de volgende gemeenten: Te laag gehalte aan droge stof (art. 11 Broodbesluit) te ’s-Gravenhage 5 maal; te Delft 2 maal; te Gouda 5 maal; te Maassluis 2 maal; te Wassenaar 2 maal; te Reeuwijk 3 maal, te Moordrecht en Monster elk éénmaal. Melkbrood van onvoldoende samenstelling (art. 13 Brood besluit) te ’s-Gravenhage 5 maal; te Voorburg, Oudewater en Stompwijk elk éénmaal. Onvoldoend merken van melkbrood (art. 4 Broodbesluit) te Delft: éénmaal. Bovendien werden aan vele bakkers waarschuwingen gegeven, wegens het niet naleven van de voorschriften van het Broodbesluit. Deze waarschuwingen hadden betrekking op de navolgende feiten: Wegens het niet voldoende gemerkt zijn van melkbrood werden 7 waarschuwingen gegeven en wel aan 4 bakkers te ’s-Gravenhage, één te Delft, één te Voorburg en één te Waddinxveen. Wegens bet vervoeren van brood niet of onvoldoende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 882