30 20 VERSLAG VAN HEN KEURINGSDIENST VAN WAREN. K. Vleesch waren. I Kaneel. De meeste ingébrachte monsters voldeden aan de gestelde eisehen. Eén partijtje, dat ruim 5 ruw zand bevatte, werd afgekeurd. Behalve het miscrocopisch onderzoek en de bepaling van het asch-gehalte werd van verschillende monsters ook het gehalte aan vluchtige olie bepaald. Dit bleek bij enkele monsters lager dan 1 te zijn, zoodat ze als specerij voor de consumptie waardeloos zijn. Saffraan. Wegens te hoog asehgehalte, een gevolg van toevoeging van verzwaringsmiddelen, werden enkele partijtjes van deze specerij afgekeurd. Diverse specerijen. De samenstelling van speculaaskruiden, kokskruiden e.d. was bevredigend. Verschillende partijen specerijen moesten uit de con sumptie worden genomen als verkeerende in ondeugde]ijken toestand. a. Worst. Het onderzoek van worst werd dit jaar voortgezet. Bij leverworst was het percentage zetmeel nog al eens hooger dan 4 tengevolge daarvan werden verschillende bereiders gewaarschuwd. Ook het boorzuur overschreed enkele malen het vastgestelde maximum van 0.3 in één monster bedroeg dit zelfs ruim 2 Kunstmatige kleurstof werd niet aangetroffen. In boterhamworst was het gehalte aan zetmeel in som mige gevallen beduidend hooger dan 4 zoodat tegen enkele bereiders proces-verbaal is opgemaakt. Verschil lende waarschuwingen moesten worden gegeven wegens het aanwezig zijn van boorzuur, terwijl ook het aantal fa brikanten, dat een kunstmatige kleurstof gebruikte, nog vrij aanzienlijk was. Formaline werd in geen enkel geval aangetroffen. In ongekookte Geldersche worst werd geen zetmeel aan- getroffen, wel een enkele maal boorzuur en formaline. Tegen een bereider van gekookte Geldersche worst, die ongeveer 7^2 zetmeel had verwerkt, werd proces-verbaal opgemaakt; overigens overschreed het gevonden percentage zetmeel slechts een enkele maal het vastgestelde maximum. Verder werd ook bij deze soort nog herhaaldelijk boorzuur en kunstmatige kleurstof aangetroffen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 885