Bijlage 32 VERSLAG van de samenstelling en de werkzaam heden van het Gemeentelijk Scheidsgerecht over het jaar 1924. a. Samenstelling. De Gemeenteraad benoemde tot Voorzitter van het Ge meentelijk Scheidsgerecht Jhr. Mr. R. Feith en tot plaats- vervangend-Voorzitter Mr. J. van Gelein Vitringa. Het aantal plaatsvervangende leden, bedoeld in het derde zoowel als in het vierde lid van art. 2 van het „Scheidsgerecht- reglement 1923” bepaalden Burgemeester en Wethouders op 4. De hoofden der takken van gemeentedienst kozen (in alfabetische volgorde) tot lid de heeren Ir. W. C van Manen en Mr. J. Plantenga en tot plaatsvervangend-lid de heeren Jhr. M. de Jonge, H. W. Nicolaï, Jhr. Ir. J. Roëll en Ir. J. D. Tours. Vanwege de vakvereenigingen van ambtenaren en werk lieden werden gekozen (in alfabetische volgorde) tot lid de heeren J. G. van der Jagt en Ir. S. Lindeman en tot plaatsvervangend-lid de heeren A. H. van Deth, K. Sarton, J. van Seggelen en L. Vermeulen. Burgemeester en Wethouders benoemden tot secretaris den heer Mr. J. J. Boasson en tot plaatsvervangend-secretaris den heer W. C. A. Riem Vis, terwijl zij op grond van art. 2, Op 14 December 1923 stelde de Gemeenteraad vast de Verordening tot instelling van een Gemeentelijk Scheids gerecht (Scheidsgerechtreglement 1923). Ingevolge deze ver ordening werd met ingang van 1 Januari 1924 ingesteld het Gemeentelijk Scheidsgerecht en werden opgeheven de Commissie van Advies, bedoeld in VIII van het Ambte narenreglement en het Scheidsgerecht voor Gemeentewerk lieden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1924 | | pagina 967