32
2
VERSLAG V. H. GEMEENTELIJK SCHEIDSGERECHT.
b. Werkzaamheden.
Het Gemeentelijk Scheidsgerecht hield zijn eerste zitting
op 4 April 1924. In deze zitting werd, ter voldoening aan
artikel 3 van het „Scheidsgerechtreglement 1923” de rooster
vastgesteld ter bepaling van de volgorde, waarin de leden
door de plaatsvervangende leden en dezen door elkaar
worden vervangen. In het jaar 1924 werd in totaal 7 maal
zitting gehouden. Behandeld werden 8 beroepen, terwijl voorts
in 2 gevallen advies werd uitgebracht, nadat dit op grond
van de bestaande bepalingen door Burgemeester en Wet
houders gevraagd was. In totaal werden dus in 1924 10
zaken behandeld. Een overzicht van al deze zaken gaat als
by lage hierby.
’s-Gravenhage, 10 Januari 1925.
Het Gemeentelijk Scheidsgerecht,
R. FEITH, Voorzitter.
J. J. BOASSON, Secretaris
lid 7 van het „Scheidsgerechtreglement 1923” aanwezen om
den secretaris ter zitting bij te staan, den adjunct-commies
ter Gemeentesecretarie: H. Koneynenberg en den admini
stratief ambtenaar A: L J. H. Kuypers.
Voorts benoemden Burgemeester en Wethouders met ingang
van 4 April 1924 tot plaatsvervangend-secretaris den heer
Mr. J. Kunst, verleenden zij met ingang van 28 October 1924
aan den heer W. C. A. Riem Vis op diens verzoek ontslag
als plaatsvervangend-secretaris en benoemden zy met ingang
van laatstgenoemden datum als zoodanig den heer J. van Wijk.
Op 6 October 1924 nam Jhr. M. de Jonge wegens vertrek
uit deze gemeente ontslag als plaatsvervangend-lid. Aangezien
naar het oordeel van het Scheidsgerecht het overblyvende
aantal dezer plaatsvervangers geen aanvulling vereischte,
werd geen nieuwe plaatsvervanger benoemd.