6
2
Personeel.
Executies waren ook dit jaar niet geheel te vermijden. In
de twee gevallen, welke zich bij de Gemeentelijke Hypotheekbank
voordeden, bleken de vorderingen geheel gedekt. Van het in 1924
bij het faillissement van den schuldenaar geboekte verlies kwam
nog een gedeelte terecht. Bij het Noodhypothekenfonds moesten
wegens wanbetaling drie posten geliquideerd worden. In één
geval was de vordering gedekt. De op de beide andere posten
geleden verliezen werden deels door de exploitatiewinst en voor
het overige uit de reserve gedekt. Bij het Rijkshypotheken-fonds
werden wegens wanbetaling zes posten geliquideerd, waarbij
even zoovele schuldenaren betrokken waren. De exploitatiewinst
van het Fonds was voldoende om de verliezen te dekken. Het
verdere gedeelte van dit verslag geeft aangaande de verschil
lende executies nadere bijzonderheden.
Voor het overige verliep de betaling van rente en aflossing
bevredigend.
De in 1924 getroffen maatregel om de periodieke aflossing
van de eerste hypotheken over te brengen naar de op dezelfde
onderpanden verstrekte derde hypotheken leidde ook dit jaar
tot eene aanmerkelijke daling van deze „noodhypotheken”.
In den loop van het jaar daalde de rentevoet voor eerste
hypotheken tot 5’4 voor noodhypotheken tot 5%
Het winstcijfer van de Gemeentelijke Hypotheekbank daalde;
de oorzaken worden hieronder medegedeeld. De winst van het
Noodhypothekenfonds diende blijkens het bovenstaande tot
gedeeltelijke dekking van verlies bij executie. Het Rijkshypo
theken-fonds leverde voor het eerst winst op.
Hieronder volgen de gebruikelijke gegevens.
De mededirecteur, de heer S. J. van der Meulen, Chef van
de afdeeling Financiën der Gemeentesecretarie, was in Augustus
1925 genoodzaakt zich om gezondheidsredenen voor geruimen
tijd naar het buitenland te begeven. In verband hiermede werden
de heeren W. Kleijn Molekamp, hoofdcommies bij de afdeeling
Financiën en H. L. Kooper, accountant bij den Gemeentelijken
Accountantsdienst aangewezen om, ieder voor zich, de Directie
bij afwezigheid te vervangen.
De verwachting, dat de heer van der Meulen hersteld zou
terugkeeren, werd helaas niet vervuld: hij overleed te Lugano
den 21sten Maart 1926.
Wegens de toeneming der werkzaamheden werd het personeel
der Bank uitgebreid met een administratief ambtenaar A.
Op het einde van het jaar bestond het administratief per
soneel uit 1 administrateur A, 2 administratieve ambtenaren A,
1 tijdelijk ambtenaar en 1 jongmaatje.
VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.