6 2 Personeel. Executies waren ook dit jaar niet geheel te vermijden. In de twee gevallen, welke zich bij de Gemeentelijke Hypotheekbank voordeden, bleken de vorderingen geheel gedekt. Van het in 1924 bij het faillissement van den schuldenaar geboekte verlies kwam nog een gedeelte terecht. Bij het Noodhypothekenfonds moesten wegens wanbetaling drie posten geliquideerd worden. In één geval was de vordering gedekt. De op de beide andere posten geleden verliezen werden deels door de exploitatiewinst en voor het overige uit de reserve gedekt. Bij het Rijkshypotheken-fonds werden wegens wanbetaling zes posten geliquideerd, waarbij even zoovele schuldenaren betrokken waren. De exploitatiewinst van het Fonds was voldoende om de verliezen te dekken. Het verdere gedeelte van dit verslag geeft aangaande de verschil lende executies nadere bijzonderheden. Voor het overige verliep de betaling van rente en aflossing bevredigend. De in 1924 getroffen maatregel om de periodieke aflossing van de eerste hypotheken over te brengen naar de op dezelfde onderpanden verstrekte derde hypotheken leidde ook dit jaar tot eene aanmerkelijke daling van deze „noodhypotheken”. In den loop van het jaar daalde de rentevoet voor eerste hypotheken tot 5’4 voor noodhypotheken tot 5% Het winstcijfer van de Gemeentelijke Hypotheekbank daalde; de oorzaken worden hieronder medegedeeld. De winst van het Noodhypothekenfonds diende blijkens het bovenstaande tot gedeeltelijke dekking van verlies bij executie. Het Rijkshypo theken-fonds leverde voor het eerst winst op. Hieronder volgen de gebruikelijke gegevens. De mededirecteur, de heer S. J. van der Meulen, Chef van de afdeeling Financiën der Gemeentesecretarie, was in Augustus 1925 genoodzaakt zich om gezondheidsredenen voor geruimen tijd naar het buitenland te begeven. In verband hiermede werden de heeren W. Kleijn Molekamp, hoofdcommies bij de afdeeling Financiën en H. L. Kooper, accountant bij den Gemeentelijken Accountantsdienst aangewezen om, ieder voor zich, de Directie bij afwezigheid te vervangen. De verwachting, dat de heer van der Meulen hersteld zou terugkeeren, werd helaas niet vervuld: hij overleed te Lugano den 21sten Maart 1926. Wegens de toeneming der werkzaamheden werd het personeel der Bank uitgebreid met een administratief ambtenaar A. Op het einde van het jaar bestond het administratief per soneel uit 1 administrateur A, 2 administratieve ambtenaren A, 1 tijdelijk ambtenaar en 1 jongmaatje. VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 100