6 4 Onderpanden. Rente. Aflossingen. vervroegde lossing. Executies. Vergoeding voor Aan vergoeding voor vervroegde aflossing werd ontvangen af' een bedrag van f 4.321,66. In één geval moest wegens wanbetaling tot executie van het onderpand krachtens onherroepelijke volmacht worden overge gaan. In een tweede geval werd het onderpand, in verband met de onmacht van den schuldenaar om aan zijne verplichtingen te voldoen, door tusschenkomst van onze Directie ondershands verkocht aan de Maatschappij „Stedelijk Belang”. In beide gevallen bleek de vordering der Bank ruimschoots gedekt. Uit het faillissement van den schuldenaar, wiens onderpand, een fabrieksgebouw met bijbehooren aan de Slachthuiskade in 1924 ondershands werd verkocht (zie blz. 5 verslag 1924), werd in garant is, bedroeg op 31 December het gedeelte dezer leeningen, waarvan het risico voor rekening van de Bank loopt, f 1.472.220, (het meerdere loopt voor risico van het Noodhypothekenfonds). De in 1925 behandelde aanvragen betroffen pereeelen aan het Naehtegaalplein, den Gevers-Deynootweg en den Visschers- havenweg. De in dit jaar verbonden opstallen bestonden in een heeren- huis en een fabriek met rookerij en stal. De onderpanden werden geregeld geïnspecteerd. Vele ver keerden in goeden staat van onderhoud. In de gevallen, waarin wij herstellingen of verbeteringen eischten, werd hieraan voldaan of werd met de schuldenaren overeengekomen, dat de vereischte werkzaamheden (hoofdzakelijk buitenverfwerk) in het voorjaar van 1926 zouden worden uitgevoerd. Gesloten of voortgezet werd 1 leening (bouwcrediet) tegen 7 1 tegen 6% 1 tegen 6)4 en 1 tegen 5/2 Óver de door bouwcredietnemers tot zekerheid van de vol tooiing der onderpanden bij de Bank gedeponeerde gelden vergoedde deze eene rente naar 3 ’s jaars. Ook dit jaar moest een tweetal onderpanden worden geëxe cuteerd. Voor het overige was de betaling van de rente be vredigend. De in 1925 ontvangen aflossingen bedroegen in totaal f 971.722,80, waarvan f 818.138,50 wegens vervroegde algeheele aflossing van 17 leeningen en f 70.734,wegens tusschentijdsche gedeeltelijke aflossingen. Tengevolge van den in 1924 getroffen maatregel, om de periodieke aflossingen van een aantal eerste hypotheken over te brengen naar de op dezelfde onderpanden gesloten „noodhypo- theken” (zie voorbericht verslag 1924) was het totaal der perio dieke aflossingen betrekkelijk gering. De betaling der periodieke aflossingen had geregeld plaats. Aan vergoeding voor vervroegde aflossing werd ontvangen VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 102