Bijlage 39
zekering.
Arbeiders (ster s)
VERSLAG van de Werkloosheidsverzekering en de
bijzondere maatregelen inzake werkloozenzorg te
's-Gravenhage over het jaar 1925.
Aan het eind van het jaar 1924 vielen onder de regeling, Stand der ver-
neergelegd in het Werkloosheidsbesluit 1917, 61 werkloozen- zekering,
kassen met te ’s-Gravenhage gevestigde leden.
Na het afdrukken van het jaarverslag 1924 werd ter kennis
gebracht het intrekken van het recht op subsidie van:
1. den Christelijken Nationalen Bouwvakarbeidersbond in
Nederland, m. i. v. 29 April 1924.
2. den Nederlandschen Neutralen Fabrieksarbeidersbond, m.
i. v. 30 September 1924.
3. den Nederlandschen Neutralen Bond van
in de Kleedingindustrie en Aanverwante Vakken, m. i. v.
1 Januari 1925.
In den loop van het jaar 1925 werden tot deze regeling nog
toegelaten een vijftal organisaties, n.l.:
1. de Algemeene Nederlandsche Bond van Uitvoerders en
Bazen in de Burgerlijke- en Waterbouwkunde, m. i. v. 16 Fe
bruari 1925.
2. de Nederlandsche Federatieve Bond van Arbeiders werk
zaam in de Fabriekmatige Bedrijven, in. i. v. 27 April 1925.
3. de Landelijke Vereeniging tot Onderlinge Verzekering
tegen de Nadeelige Gevolgen van Werkloosheid en Ziekte, m.
i. v. 4 Mei 1925.
4. de Nederlandsche Federatieve Bond van Transportarbei
ders, m. i. v. 30 Juni 1925.
5. de Onafhankelijke Bedrjjfsfederatie van Werkers in de
Metaalindustrie, m. i. v. 30 Juni 1925.
Onderscheidenlijk m. i. v. 2 Februari 1925 en m. i. v. 1 Sep
tember 1925 eindigden het recht op subsidie van de Christelijke
Schippersvereeniging „Ons Aller Belang” te Scheveningen en
dat van den Landelijken Federatieven Bond van Arbeiders in
de Meubel- en Houtindustrie.
De werkloozenkas van de Haagsche Federatie van Bouwvak
arbeiders ging m. i. v. 31 Maart 1925 over in die van de Landelijke
Federatie van Bouwvakarbeiders in Nederland.