9
6
Primaire hoofdverkeerswegen ter breedte van 40 M.
trottoirs van 6 M.; twee rijwegen van 9 M. elk en een
voor snelverkeer ter breedte van 10 M.
A.
(twee
afzonderlijke trambaan
in het midden); dit profiel is bedoeld voor de voornaamste
wegen, die het intercommunaal verkeer in de stad moeten
opvangen.
B. Secundaire hoofdverkeerswegen ter breedte van 30 M.,
met een enkelvoudige indeeling, n.l. trottoirs van 6 M. en een
rijweg van 18 M., zoodat hier de tramsporen komen te liggen
in de wegverharding en niet op afzonderlijke baan; dit profiel
is bedoeld voor alle groote verkeersaderen, voor zoover die niet
de breedte van 40 M. behooren te verkrijgen.
C. Verbindingswegen tusschen de hoof dverkeers wegen ter
breedte van 22,50 M. (trottoirs van 5,50 M. en een rijweg van
11.50 M.; indien op de trottoirs geen boombeplanting kan
worden aangebracht dan trottoirs van 3 M. en een rijweg van
16.50 M.); ook in deze straten wordt op de mogelijkheid van
tramverkeer gerekend.
D. Straten, die in hoofdzaak woonstraten zijn, doch die ver
moedelijk eenig verkeer zullen opnemen, ter breedte van 13 M.
(trottoirs van 2,75 M. rijweg van 7,50 M.); deze straten zijn niet
voor tramverkeer bedoeld.
E. Straten, die volkomen het karakter van woonstraten
hebben, met een minimum-breedte van 9 M. (trottoirs van 2 M.
en rijweg van 5 M.); als regel zullen aan deze straten steeds
voortuinen geëischt worden, zoodat het mogelijk blijft ze zoo
noodig later tot 12 M. te verbreeden.
Burgemeester en Wethouders vereenigden zich met dit voor
stel, met dien verstande echter, dat door hun College werd be
sloten, dat in profiel A. de breedte der trottoirs op 4,50 M. zou
worden gebracht en langs de vrije trambaan afzonderlijke
rijwielpaden zouden worden aangebracht.
Met deze profielen wordt sedert bij het opmaken der uit
breidingsplannen rekening gehouden.
Op bovenbedoelde conferenties werden tevens andere punten
in het belang van een veilig verkeer in de nieuwe stadsgedeel
ten besproken en voorbereid, o. m. de afrondingen der straat
hoeken, waarvoor een normale maat werd vastgesteld.
Uitbreiding der Herhaaldelijk maakten de uitbreiding der bebouwde kommen
buitengemeen- van aansluitende gemeenten en de daarvoor opgemaakte plannen
ten. een punt van studie uit. Uiteraard kunnen de besturen van de
buitengemeenten bezwaarlijk overzien aan welke eischen die
uitbreiding moet beantwoorden in verband met de behoeften van
’s-Gravenhage, terwijl de bebouwde kommen zoo in elkander
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.