9
57
Gedurende de verslagperiode werd dan ook een verlaging van
huren voorbereid, alleen bedoelend de hoogste huren eenigszins
te reduceeren. Een zestal complexen Vereenigingswoningen is in
deze huurvermindering betrokken; de mindere opbrengst ten
gevolge daarvan is op f17.341,berekend; de toegestane maxi-
mum-bijdragen zijn toereikend (in één geval nagenoeg toereikend)
om deze verlaging te dekken. De Gemeenteraad heeft in zijn
vergadering van 22 Juni 1925 bereids tot deze huurverlaging
besloten; Gedeputeerde Staten dezer provincie hebben haar goed
gekeurd; in de maanden September tot en met November werd
tot toepassing overgegaan. Wellicht zal de getroffen maatregel
de verhuurbaarheid der woningen doen toenemen.
De woningvereeniging „De Goede Woning” te Scheveningen
nam in 1924 en begin 1925 een tweetal complexen premiebouw-
woningen in gebruik en verzocht Burgemeester en Wethouders
de exploitatieresultaten dezer beide complexen, waarop eenig
overschot kon worden verwacht, te doen strekken tot aanzuive
ring van het tekort op het eerste met voorschot ingevolge de
Woningwet gebouwde complex, en tevens goed te keuren, dat de
huren van dat laatste complex met pl.m. 6 zouden worden
verlaagd. Aangezien dit voorstel, waardoor over 1925 en volgende
jaren voor de drie complexen samen een sluitende exploitatie
rekening wordt verkregen, zoowel aan Rijk en Gemeente de uit-
keering van bijdragen voor het eerste complex bespaart, aan
nemelijk scheen, werd de gevraagde goedkeuring verleend,
waarmede dus een eerste schrede op een nieuwen weg: compen
satie der resultaten van woningwetbouw- en premiebouw-
woningen, werd gezet.
De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid bepaalde even
wel, dat batige saldi van complexen met Rijksvoorschot gebouwd
tot fondsvorming moesten worden bestemd, waardoor de com-
pensatie-idee niet kon worden toegepast.
Het woningcomplex der in staat van faillissement verkeerende
woningbouwvereeniging „St. Joseph” werd, krachtens besluit
van den Gemeenteraad van 16 Maart 1925, goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland d.d. 17 Maart 1925, door
de Gemeente op 6 April 1925 aangekocht. Het bleef, in afwachting
van een nadere beslissing ten aanzien van het beheer, in beheer
bij den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting.
Einde 1924 was het aantal der in exploitatie zijnde met voor
schotten ingevolge de Woningwet gestichte Vereenigingswonin
gen gestegen tot 3364, waarvoor ruim f 18.000.000,— voorschotten
werden ontvangen en ruim f 200.000,eigen middelen der corpo
raties zijn gebezigd. Het aantal der in exploitatie zijnde met
VEBSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.