9
67
ondervolgend over-
Hieruit blijkt, dat in het afgeloopen jaar op den achterstand
een aantal van 841 is ingehaald.
De jaarlijksche mutaties in het woningtekort sedert de
in 1919 gehouden woningtelling, opgemaakt volgens dezelfde
methode als bovenbedoeld, blijken uit de volgende tabel.
aan deze gegevens geeft
zicht aan het aantal woningen, in de jaren 1919 t./m. 1925 dooi
de Gemeente, woningbouwvereenigingen en -stichtingen en de
particuliere bouw-nij verheid gebouwd.
TABEL XII.
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
JAAR.
Particuliere bouwnijverheid.
JAAR.
Totaal.
Totaal.
i
In aansluiting
Ge
meente.
Waarvan
met
steun.
Waarvan
zonder
steun.
TABEL XI.
4e kwart. 1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
Vermeerdering
aantal woningen.
474
426
793
807
819
848
569
519
1757
3157
4599
4017
4005
3603
Woning
bouw
vereeni-
gingen.
314
442
631
602
97
686
996
734
770
1561
3180
3101
2471
2038
741
2797
2570
2673
3346
3436
2762
498
589
1131
2297
2147
941
358
236
181
430
883
954
1530
1680
1522
1638
2985
45892)
4017
4005
3603®)
- 587
- 1926
- 671
- 569
- 841
Stijging
of daling van
het tekort.
Vereischte
I toeneming volgens
methode Halle.
222
1040
Bruto, d. w. z. her- en verbouw inbegrepen.
2) En bovendien nog 10 woningen, behoorende bij andere gebouwen, b.v.
school met woning voor hoofd of concierge, enz.
3) Waaronder 3 ambtswoningen.
4) Waaronder 4 ambtswoningen.
5) Waaronder 6 ambtswoningen.