i
1
o
f
I
L
tii
f
1 I
.r
j
C/2
li
s
]s
9
9
1
|i
s
“s I
l i
n
‘•gs
a«
1
g
5
I
s
5
3
I
1
•s-1 m
I i-
E
sS,
S-gl
g
68
69
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
iouw, enz. over
In aanbouw op 1 Januari 1926.
v.h. aantal woningen door:
Nieuwbouw.
GEMEENTE.
Totaal
Totaal.
1581
340
712; 9135
718.047]
21
Amsterdam.
6891
1514]
4062
689
1514
7554
2965
4589
3483
1764
783
5617
1153
9317
961
370!
97
494
17
548.963!
430!
637
876
3506
637
3776
4843
3247
1596
7822 3)
2
301
958
2682
3943
636
3901
246
398.413!
1413
1
’s-Gravenhage.
569:
996|
358
996
1402
2967
2762
841
3502
414
178
540
2183
3315
i 234
173
910
61
96
Utrecht.
149.819!
211
41
305
184]
73
183
676
386
222
185
71
256
forens
Rotterdam, zonder Hoek van Holland.
van
per
’s-Gravenhage.
Jaar.
Per 1000 Voltooide Per 1000
inw. woningen, inw.
Gemidd.
6,12
7,83
5,17
306
Eindelijk geeft tabel XIII een vergelijkend overzicht van de
vermeerdering van den woningvoorraad in de vier groote steden.
De daarvoor benoodigde gegevens werden welwillend verstrekt
door de Directeuren der Woningdiensten te Amsterdam, Rotter
dam en Utrecht.
Ten slotte geeft het overzicht in tabel XIV van het aantal ge
stichte woningen per 1000 inwoners, berekend naar de bevol
kingscijfers op het eind van ieder jaar, een vergelijking tusschen
de intensiteit der woningproductie in de vier groote steden ge
durende de jaren 1917 t./m. 1925. Uit dit overzicht blijkt, dat
te ’s-Gravenhage een zeer groote bedrijvigheid is geweest in
de bouwvakken en deze Gemeente in belangrijke mate heeft
deelgenomen aan de woningproductie sinds 1917.
Bruto vermeerdering van het
aantal woningen door:
Particuliere
woningen
met
steun.
zonder
steun.
338 5804
266 3603
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1013
1401
1972
737
3178
6811
5216
8296
9135
837
1763
2034
1487
3363
5353
3477
5190
5804
1,67
3,52
4,02
2,88
6,42
10,06
6,48
9,55
10,51
2121
1725
1522
1638
2985
4599
4017
4005
3603
6,15
4,90
4,23
4,61
8,25
12,55
10,50
10,23
9,04
281
260
392
312
1549
1219
1286
555
910
met
steun.
Particuliere
woningen
2,08
1.90
2,83
2,22
10,77
8,32
8,65
3,70
6,07
V erminderd
door:
c
Blijft
netto vermeerdering
a.
O
.5
“2
a
.5
‘g
S
o
O
a
tc
fl
’S
V
s
o
3
■- 3 I
S I
Totaal.
o
TABEL XIII. Vergelijkend overzicht van den stand van den wonini
“T
1,58
2,18
3,05
1.14
4,61
9,78
7,39
11,65
12,72
6,01
524
430
569
O
s
187
S S
o tt£
.2 M
§-£
K te a
gj 8
-M o
“-a~i
ja a
*-° o
o
tz--
C _JD
an
At
j'Eo
Rotterdam (zonder
Hoek v. Holland)
Amsterdam.
Voltooide I Per 1000
woningen, inw.
Holland zijn niet alle benoodigde cijfers volledig bekend,
in niet-woning verblijvende gezinnen.
verstrekt zijn
1241
TABEL XIV. Overzicht van het aantal gestichte woningen
1000 inwoners, berekend naar de bevolkingscijfers op
het eind van ieder jaar.
Rotterdam.
Voltooide
woningen.
Utrecht.
Voltooide j Per 1000
woningen.] inw.
waarom a'ieei
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
5351
I Totaal,
zonder
steun.
het jaar 1925 der 4 groote gemeenten in Nederland.
I a
c
bc o-
o t—
Van Hoek van 1
2) Volgens de Rotterdamsche methode.
3) De telling van de inwonende en
.a
S3
I
2137