9
Ill
Lasten.
„Kosten van onderhoud”, begroot op f 12.500,heeft over
1925 bedragen f 12.577,08, zijnde f 77,08 meer dan was begroot.
Deze overschrijding, eensdeels veroorzaakt door geleden storm
schade, vindt voorts mede haar oorzaak in den in 1924 en 1925
plaats gehad hebbenden inbreng van gronden, waarmede bij het
opmaken der begrooting voor dit jaar uit den aard der zaak geen
rekening kon worden gehouden. Deze laatste omstandigheid heeft
mede haar invloed doen gelden op den post „Grond-, water-
schaps- en polderlasten”, welke, begroot op f 22.000,met
f 2.323,92 werd overschreden en in totaal f 24.323,92 beliep.
Het „Aandeel Algemeene kosten van den dienst der Stadsont
wikkeling en Volkshuisvesting” ad f 16.500,— is f 7.500,— lager
dan de raming, die f 24.000,bedroeg. Daar de geboekte „On
kosten” van den Dienst, welke voor omslag over de verschillende
onderdeelen, o.a. Grondbedrijf, in aanmerking komen, belangrijk
beneden de raming bleven, is het door het Grondbedrijf te be
talen aandeel lager gesteld kunnen worden.
De post „Salarissen” ad f 40.711,74 overschrijdt de raming ad
f 32.375,met f 8.336,74. Deze meerdere uitgaaf is veroorzaakt
door de meerdere werkzaamheden, verbonden aan de toename
van het aantal verhuringen en erfpachtuitgiften.
„Provisie”, geschat op f 3.500,vergde f 9.162,37, zijnde
f 5.662,37 meer dan begroot werd. Deze belangrijke overschrijding
wordt veroorzaakt doordat steeds meer gebruik wordt gemaakt
van tusschenpersonen, die voor hunne bemoeiingen deze pro
visie kunnen erlangen.
„Kosten van taxatie” ad f 2.863,50, begroot op f 1.500,over
schrijdt de raming met f 1.363,50, hetgeen veroorzaakt wordt
door meergenoemden inbreng, die vele taxaties vorderde. De
post „Opmetingskosten”, begroot op f 1.500,bedroeg over 1925
f 1.710,55, zijnde f 210,55 meer dan geraamd werd, welke over
schrijding mede het gevolg was van toeneming van het aantal
uitgiften in erfpacht.
De post „Assurantiekosten”, begroot op f 265,beliep in 1925
f 332,33, zijnde f 67,33 meer dan de raming was. Deze overschrij
ding vindt mede in vorengenoemden inbreng, waartoe o.a. eenige
opstallen behoorden, haar oorzaak.
„Reclame- en advertentiekosten”, begroot op f 5.500,bleef
met f 1.304,43 beneden de raming.
De post „Diversen”, begroot op f 1.000,bedroeg in 1925
f 1.911,64, zijnde f 911,64 meer dan de raming, hoofdzakelijk als
gevolg van meerdere kosten van lichtdrukken.
De posten „Uitkeering aan het erfpachtfonds” ad f 110.745,07
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.