14 4 c. Opvoerwerktuigen. Slooping stoom pompwerktui gen I en II. Inrichting eener tjjdeljjke instal latie. Electrificatie Pompstation. De electrificatie van het Pompstation kwam in een verder stadium te verkeeren. Het plan omvat de opstelling van de noodige electrisch gedreven centrifugaalpompen in bestaande machinelokalen, allereerst in de ruimte, waarin sedert 24 October 1874 de stoompompwerktuigen 1 en 2 in bedrijf zijn geweest. Met het oog op de beschikbaar te hebben pompcapaciteit moesten, alvorens deze oude stoompompinstallaties buiten werking konden worden gesteld, ter tijdelijke vervanging hiervan op een andere plaats electrisch gedreven centrifugaalpompen van voldoend groot vermogen bedrijfsvaardig opgesteld zijn. De laatstbedoelde voorziening omvat: le. een tweede centrifugaalpomp, geplaatst in het nabij de verzamelkom bestaande pompgebouwtje. Deze pomp (350 m.M.) is direct gekoppeld aan een open S.K.A.-motor, 380 V. bij 50 peri oden 720 omwentelingen per minuut en kan bij een gemiddelde manometrische opvoerhoogte van 10 M. rond 1200 M3. water per uur uit de verzamelkom naar de filters brengen; 2e. twee centrifugaalpompen (350 m.M.), direct gekoppeld aan open S.K.A.-motoren, 380 V., bij 50 perioden 970 omwente lingen per minuut. Deze installaties, welke elk bij een gemid delde manometrische opvoerhoogte van 26 M., rond 1000 M3. gefiltreerd water per uur kunnen verzetten, zijn opgesteld in het onder b. vermelde nieuwe gebouwtje, waarin ook het schakel bord voor de onder le. en 2e. bedoelde motoren werd geplaatst, waarop tevens twee electrisch gedreven vacuumpompen zijn aangesloten. Voor het drijven van de onder le. en 2e. bedoelde motoren wordt de electrische energie door twee afzonderlijke voedings- kabels door het G.E.B. onder een spanning van 10.000 V. aan het Pompstation geleverd, die ter plaatse in stroom met een span ning van 380 V. wordt getransformeerd. Een transformator- station, ondergebracht in het genoemde tijdelijke gebouwtje, werd voor rekening van de Duinwaterleiding door het G. E. B. ingericht. Een tweetal draaistroom-olietransformatoren van 300 K.V.A. werd door bemiddeling van het G.E.B. betrokken. Voor de onder le. en 2e. genoemde pompen werden de zuig en persleidingen gelegd; voor het meten van het water, verzet door de onder 2e. genoemde centrifugaalpompen, werden meet werktuigen in de persleidingen aangebracht. Nadat deze voorzieningen gereed gekomen en van begin Augustus af in geregeld bedrijf genomen waren, werden de stoompompwerktuigen I en II op 1 September buiten dienst ge- VERSLAG EER DUINWATERLEIDING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 348