I
14
1
g
a
18
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.
BATEN 1925.
Begroot.
Artikel II.
f
c.
e.
f
f
304.900,—
362.954,42
f
f
31.000,—
28.294,21
Artikel IV.
f
f
4.668,54
37,35
4.331,46
f
f
9.000,—
4.368,81
Artikel V.
f
f
6.805,68
f
28.000,—
28.001,59
f
Artikel VI.
Verhaal van bijdragen voor weduwen
en weezenpensioen
99
99
99
99
99
Werkelijk
bedrag.
182.782,55
120.089,59
231,38
5.367,87
21.149,89
26.749,14
2.909,50
480,48
56.692,30
99
f
4.331,46
Memorie.
170.000,—
120.000,—
150,—
250,—
6 405,68
2.500
400,—
12.000,—
Bijzondere inkomsten.
a. Posten van afgesloten dienstjaren
b. Huren en pachten
c. Diversen
Opbrengsten uit de distributie.
a. Huur van watermeters
b. Huur van toevoerbuizen
Sluiten en heropenen van dienstkranen
en verzegelen van brandkranen
d. Huur van standpijpen
Werken voor rekening van anderen
Artikel I.
Opbrengst van het duinwater.
a. Aan particulieren, enz
b. Aan de Gemeente en hare bedrijven
Artikel III.
Restitutie door de Gemeente van de
kosten van openbaren dienst
f
f 2.055.000,—
I 224.000,—
f 2.279.000,—
f 2.049.720,72
247.769,80
f 2.297.490,52
Rente van kasgeld, disconto.
a. Rente van kasgeld
b. Andere rentevergoeding door de Ge
meente
c. Disconto